“But then, is it really so difficult?” vraagt Pieter
Wisse zich af in Get
into the rhythm of Metapattern. Welnee! “[W]hen
you are open to try, it shouldn’t be all that difficult.” Ja, dat is
wel van groot belang: u dient wel “open to try” te zijn. Uw eigen ideeën en overtuigingen even een tijdje opschorten en “[g]et into the
rhythm of Metapattern’s idea of situatedness.” Wat populair gezegd: breng uw context in kaart. Dan
ziet u al vrij snel dat het toch eigenlijk heel gewoon “One-two-three” is:
“relate 1. object-to-be-differentiated with 2. situation, to constitute 3.
situated object, and so on, one-two-three, and so on.” Nee, niet
moeilijk – wel níeuw! Dat wel.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
donderdag 10 oktober 2013
Context in kaart
Het in kaart brengen van onbekend terrein is vaak een hele toer. Helemaal wanneer door gangbare manier van denken en doen, wezenlijke terreinaspecten in slagschaduw blijven staan en maar moeilijk het netvlies van ons bewustzijn bereiken.
Wie – ik geef toe; het is wat moeilijk voor te stellen, maar probeert u het alstublieft toch eens…, wie zijn hele leven op tweedimensionaal ervaren terrein doorbracht, heeft grote moeite om, eenmaal aannemelijk gemaakt, zo’n terrein in drie dimensies te (be)grijpen – laat staan in kaart te brengen. Dat wil zeggen: op de manier zoals hij/zij dat in twee dimensies gewend was te doen. Want hoewel er natuurlijk voldoende overeenkomsten zijn, blijkt zo’n terrein tegelijk toch ook weer wezenlijk anders in elkaar te steken.
Eveneens moeilijk voor te stellen – ik geef het opnieuw toe, maar probeert u het alstublieft toch eens…, is dat op het gebied van informatiemodellering nog een, zeg maar even, derde dimensie in slagschaduw op ontdekking wacht.
Wanneer we op het terrein van informatiemodellering iets nieuws, iets afwijkends, iets derde-dimensie-achtigs tegen het lijf lopen, proberen we reflexmatig zo’n… uhh… uhh… anomalie in te passen in ons vertrouwde denk- en handelingskaders. Wanneer dat niet lukt, wiebelt anomalie, kantelt en valt uiteindelijk stil – met de jammer-dat-werkt-dus-niet zijde naar boven gekeerd. Schouders maken op-en-neergaande beweging en we schudden het idee uit onze gedachten. In geval de anomalie, al wiebelend, de andere kant op viel, slaagden we er in dat ‘nieuwe’ idee op bekend denkspoor te rangeren. Ook dan halen we, mogelijk licht geïrriteerd, onze schouders op; nu ligt de kennen-we-al-niets-nieuws-dus zijde boven [1].
Op deze manier blijft de kaart echter verstoken van nieuwe mogelijkheden en het terrein zelf op wezenlijke punten onbekend.
Zo dreigt het ook te gaan met modellering van informatie. We menen oprecht het modelleringsterrein goed in kaart te hebben gebracht. En we zien zomaar voorbij aan de mogelijkheid dat het terrein – ondanks onze inspanningen, goede bedoelingen enzovoort nog wezenlijk onbekende elementen zou kunnen bevatten. Hoewel er meer dan voldoende problemen (lees: aanwijzingen) zijn op het gebied van ontwerp, bouw en exploitatie van duurzame informatiesystemen… en we langzaam maar zeker ook zouden kunnen concluderen dat er, cartografisch gesproken, toch echt nog één en ander aan onze kaarten mankeert… zien we (hardnekkig) aan de mogelijkheid van onontdekte ‘derde dimensie’ voorbij. En, netzo hardnekkig, doen we nog harder, nog meer ons uiterste best om op basis van oude kaarten onze routes nòg beter uit te stippelen [2]. Het is alsof we proberen te zeggen: “Joh, geloof ons nu maar – als je met dat steentje in je schoen nu maar gewoon stevig blijft doorlopen, haal je de finish echt wel!” Zou het?
Nee, het wordt tijd om die ‘derde dimensie’ eens serieus op ons netvlies te zetten. Want wie weet onthult terrein zomaar tot dan toe ongeziene en zelfs ongeëvenaarde mogelijkheden [3]. Niet te missen wegen die ons zoveel vlotter en beter naar Rome leiden dan we nu voor mogelijk gehouden. Ongelooflijk! Dat we ‘dat’ al die tijd niet zagen…!
Als we goed kijken, echt goed kijken… zien we zomaar dat het voor mensen eenvoudigweg draait om betekenis-van-informatie. Dan zien we zomaar dat betekenis-van-informatie situationeel is. Niets nieuws eigenlijk; dat is altijd al zo geweest. Wat een, ik noem maar even wat, schroef is, hangt nu eenmaal af van de situatie waarin zo’n schroef zich aan ons voordoet. Ja, dûh, nogal wiedes, zegt u – en u begint zich af te vragen wat hieraan zo nieuw-nieuw-nieuw is en wellicht borrelt zelfs de gedachte op of u zult doorlezen of niet [4]. Let dan op; nu komt het!
Wezenlijke vraag: Wat doet u in uw praktijk-van-alle-dag met de hele overweging die ten grondslag ligt aan die vaste definitie/betekenis van een bepaald geval van schroef?
Precies! Eigenlijk niets. Die overweging raakt doorgaans snel in vergetelheid verloren; alleen de uitkomst ervan, de definitie, blijft bewaard.
Doodzonde.
Ja, doodzonde, want die overweging bevat nu net de kern van waar het qua betekenis-van-informatie om draait! Die overweging bestaat natuurlijk ook weer uit allerhande samenhangende informatie; informatie die uitgerekend uitmaakt over welke schroef het in het onderhavige geval precies gaat. Het is juist díe informatie die de grond vormt voor de betekenis van onze schroef, en precies op die manier – inderdaad… situationeel vàstligt [5]. En juist die informatie raakt in de vergetelheid? Uitgerekend zo’n, zeg maar even, informatiemodel voor schroef gaat verloren?
We zouden ons – met recht en reden – kunnen, ja, moeten afvragen: “Waar zijn we (dan) mee bezig?!” en “Dat we ‘dat’ al die tijd niet zagen…!”
Nee, die hele overweging, die hele basis, die hele context – zeg ook maar, dat hele informatiemodel (!) is cruciaal om keer op keer trefzeker op de juiste schroef uit te komen. Wat voor schroef het ook is! En daarom… daarom móet die context expliciet worden gemaakt en netzo expliciet worden gemodelleerd.
En dat levert een nieuw soort informatiemodellen op. Onze oude en vertrouwde modellen zijn uitermate context-arm en (be)staan los en zonder duidelijke relatie. De nieuwe modellen zijn heuse contextuele weefwerken [6] en hangen duurzaam samen – dankzij geëxpliciteerde context. Want contextuele informatie is ook weer gewoon… informatie [7]. Nietwaar? En het informatie-brokje dat in het ene geval ‘slechts’ in con-textuele zin haar rol vervult, telt in een ander geval mogelijk in textuele zin. En in weer een ander geval doet het juist in in-textuele zin mee. In zo’n nieuw informatiemodel is wat als context telt steeds weer opnieuw afhankelijk van de exacte schroef etc. waar we van geval tot geval belang in stellen.
Hamvraag is nu even: wat denkt u van deze ‘anomalie’? Wiebelt-ie nog? Is-ie al omgevallen? Of… en dat zou natuurlijk ‘goud’ zijn… of is er (begin van) nieuw inzicht aan uw horizon verschenen? En bevat het terrein dus tòch onbekende, tot nu toe over het hoofd geziene, maar o zo praktische elementen. Elementen waar u dan subiet het fijne van wilt weten! Dat spreekt voor zich.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Noten:
[1] Zie evt. ook Just Thinking. Daar beschreef ik deze menselijke eigenaardigheid (zij het dat die eigenaardigheid daar, in Just Thinking, is toegespitst op informatierotonde).
[2] Over deze menselijke eigenaardigheid schreef ik in A Faster Horse (zij het dat die eigenaardigheid daar, in A Faster Horse is toegespitst op informatierotonde).
[3] Via Paradigm Shift raakt zo onmiskenbaar eenvoudige en helder gevisualiseerd (YouTube) wat hier in woorden, zinnen en regels (moeizaam) wordt geschetst.
[4] What’s Really New Here beschrijft kort deze menselijke eigenaardigheid.
[5] In Situational Meaning schreef ik over het belang van en heersende moeite rondom het situationele van betekenis van informatie.
[6] Met alle nadruk op “weefwerk” verwijs ik hier naar aanzet tot stelselmatig informatiemodel in het overheidsdomein. Dat weefwerk, dat model (goed leesbaar op A0-formaat!) zet Suwinet, de registers GBA, BAG en BOR en ook uitvoeringsorganisatie ordelijk samenhangend op één kaart! De bij de verschillende modellen behorende documentatie treft u op dezelfde website aan.
[7] Architecture of Information laat zien dat informatie nooit an sich, maar altijd als informatie-in-context bestaat. Altijd.
Wie – ik geef toe; het is wat moeilijk voor te stellen, maar probeert u het alstublieft toch eens…, wie zijn hele leven op tweedimensionaal ervaren terrein doorbracht, heeft grote moeite om, eenmaal aannemelijk gemaakt, zo’n terrein in drie dimensies te (be)grijpen – laat staan in kaart te brengen. Dat wil zeggen: op de manier zoals hij/zij dat in twee dimensies gewend was te doen. Want hoewel er natuurlijk voldoende overeenkomsten zijn, blijkt zo’n terrein tegelijk toch ook weer wezenlijk anders in elkaar te steken.
Eveneens moeilijk voor te stellen – ik geef het opnieuw toe, maar probeert u het alstublieft toch eens…, is dat op het gebied van informatiemodellering nog een, zeg maar even, derde dimensie in slagschaduw op ontdekking wacht.
Wanneer we op het terrein van informatiemodellering iets nieuws, iets afwijkends, iets derde-dimensie-achtigs tegen het lijf lopen, proberen we reflexmatig zo’n… uhh… uhh… anomalie in te passen in ons vertrouwde denk- en handelingskaders. Wanneer dat niet lukt, wiebelt anomalie, kantelt en valt uiteindelijk stil – met de jammer-dat-werkt-dus-niet zijde naar boven gekeerd. Schouders maken op-en-neergaande beweging en we schudden het idee uit onze gedachten. In geval de anomalie, al wiebelend, de andere kant op viel, slaagden we er in dat ‘nieuwe’ idee op bekend denkspoor te rangeren. Ook dan halen we, mogelijk licht geïrriteerd, onze schouders op; nu ligt de kennen-we-al-niets-nieuws-dus zijde boven [1].
Op deze manier blijft de kaart echter verstoken van nieuwe mogelijkheden en het terrein zelf op wezenlijke punten onbekend.
Zo dreigt het ook te gaan met modellering van informatie. We menen oprecht het modelleringsterrein goed in kaart te hebben gebracht. En we zien zomaar voorbij aan de mogelijkheid dat het terrein – ondanks onze inspanningen, goede bedoelingen enzovoort nog wezenlijk onbekende elementen zou kunnen bevatten. Hoewel er meer dan voldoende problemen (lees: aanwijzingen) zijn op het gebied van ontwerp, bouw en exploitatie van duurzame informatiesystemen… en we langzaam maar zeker ook zouden kunnen concluderen dat er, cartografisch gesproken, toch echt nog één en ander aan onze kaarten mankeert… zien we (hardnekkig) aan de mogelijkheid van onontdekte ‘derde dimensie’ voorbij. En, netzo hardnekkig, doen we nog harder, nog meer ons uiterste best om op basis van oude kaarten onze routes nòg beter uit te stippelen [2]. Het is alsof we proberen te zeggen: “Joh, geloof ons nu maar – als je met dat steentje in je schoen nu maar gewoon stevig blijft doorlopen, haal je de finish echt wel!” Zou het?
Nee, het wordt tijd om die ‘derde dimensie’ eens serieus op ons netvlies te zetten. Want wie weet onthult terrein zomaar tot dan toe ongeziene en zelfs ongeëvenaarde mogelijkheden [3]. Niet te missen wegen die ons zoveel vlotter en beter naar Rome leiden dan we nu voor mogelijk gehouden. Ongelooflijk! Dat we ‘dat’ al die tijd niet zagen…!
Als we goed kijken, echt goed kijken… zien we zomaar dat het voor mensen eenvoudigweg draait om betekenis-van-informatie. Dan zien we zomaar dat betekenis-van-informatie situationeel is. Niets nieuws eigenlijk; dat is altijd al zo geweest. Wat een, ik noem maar even wat, schroef is, hangt nu eenmaal af van de situatie waarin zo’n schroef zich aan ons voordoet. Ja, dûh, nogal wiedes, zegt u – en u begint zich af te vragen wat hieraan zo nieuw-nieuw-nieuw is en wellicht borrelt zelfs de gedachte op of u zult doorlezen of niet [4]. Let dan op; nu komt het!
Wezenlijke vraag: Wat doet u in uw praktijk-van-alle-dag met de hele overweging die ten grondslag ligt aan die vaste definitie/betekenis van een bepaald geval van schroef?
Precies! Eigenlijk niets. Die overweging raakt doorgaans snel in vergetelheid verloren; alleen de uitkomst ervan, de definitie, blijft bewaard.
Doodzonde.
Ja, doodzonde, want die overweging bevat nu net de kern van waar het qua betekenis-van-informatie om draait! Die overweging bestaat natuurlijk ook weer uit allerhande samenhangende informatie; informatie die uitgerekend uitmaakt over welke schroef het in het onderhavige geval precies gaat. Het is juist díe informatie die de grond vormt voor de betekenis van onze schroef, en precies op die manier – inderdaad… situationeel vàstligt [5]. En juist die informatie raakt in de vergetelheid? Uitgerekend zo’n, zeg maar even, informatiemodel voor schroef gaat verloren?
We zouden ons – met recht en reden – kunnen, ja, moeten afvragen: “Waar zijn we (dan) mee bezig?!” en “Dat we ‘dat’ al die tijd niet zagen…!”
Nee, die hele overweging, die hele basis, die hele context – zeg ook maar, dat hele informatiemodel (!) is cruciaal om keer op keer trefzeker op de juiste schroef uit te komen. Wat voor schroef het ook is! En daarom… daarom móet die context expliciet worden gemaakt en netzo expliciet worden gemodelleerd.
En dat levert een nieuw soort informatiemodellen op. Onze oude en vertrouwde modellen zijn uitermate context-arm en (be)staan los en zonder duidelijke relatie. De nieuwe modellen zijn heuse contextuele weefwerken [6] en hangen duurzaam samen – dankzij geëxpliciteerde context. Want contextuele informatie is ook weer gewoon… informatie [7]. Nietwaar? En het informatie-brokje dat in het ene geval ‘slechts’ in con-textuele zin haar rol vervult, telt in een ander geval mogelijk in textuele zin. En in weer een ander geval doet het juist in in-textuele zin mee. In zo’n nieuw informatiemodel is wat als context telt steeds weer opnieuw afhankelijk van de exacte schroef etc. waar we van geval tot geval belang in stellen.
Hamvraag is nu even: wat denkt u van deze ‘anomalie’? Wiebelt-ie nog? Is-ie al omgevallen? Of… en dat zou natuurlijk ‘goud’ zijn… of is er (begin van) nieuw inzicht aan uw horizon verschenen? En bevat het terrein dus tòch onbekende, tot nu toe over het hoofd geziene, maar o zo praktische elementen. Elementen waar u dan subiet het fijne van wilt weten! Dat spreekt voor zich.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Noten:
[1] Zie evt. ook Just Thinking. Daar beschreef ik deze menselijke eigenaardigheid (zij het dat die eigenaardigheid daar, in Just Thinking, is toegespitst op informatierotonde).
[2] Over deze menselijke eigenaardigheid schreef ik in A Faster Horse (zij het dat die eigenaardigheid daar, in A Faster Horse is toegespitst op informatierotonde).
[3] Via Paradigm Shift raakt zo onmiskenbaar eenvoudige en helder gevisualiseerd (YouTube) wat hier in woorden, zinnen en regels (moeizaam) wordt geschetst.
[4] What’s Really New Here beschrijft kort deze menselijke eigenaardigheid.
[5] In Situational Meaning schreef ik over het belang van en heersende moeite rondom het situationele van betekenis van informatie.
[6] Met alle nadruk op “weefwerk” verwijs ik hier naar aanzet tot stelselmatig informatiemodel in het overheidsdomein. Dat weefwerk, dat model (goed leesbaar op A0-formaat!) zet Suwinet, de registers GBA, BAG en BOR en ook uitvoeringsorganisatie ordelijk samenhangend op één kaart! De bij de verschillende modellen behorende documentatie treft u op dezelfde website aan.
[7] Architecture of Information laat zien dat informatie nooit an sich, maar altijd als informatie-in-context bestaat. Altijd.
woensdag 9 oktober 2013
Nee, níet klein beginnen!
Ach, ik vertel u eigenlijk niets nieuws. De problemen die we vandaag de dag op ons bordje krijgen, zijn vrijwel zonder uitzondering knap ingewikkeld. En als we dergelijke problemen, al brainstormend, al ontwerpend, al problematiserend, al noem-maar-op-end… ter hand nemen en ons de ingewikkeldheid ervan a.h.w. aanvliegt, klinkt daar zo vaak dat zo ‘verlossende’ woord: We moeten klein beginnen, want anders is ‘het’ niet te behappen.
Laten we, met andere woorden, zo’n voorliggend probleem om te beginnen vooral niet in zijn volle omvang verkennen en waarderen. Nee, laten we maar ‘gewoon’, klein, in die-en-die hoek beginnen. Het overige, de ‘resterende’ ruimte halen we er later wel bij. Anders komt ‘het’ nooit goed. Ja, een goed ontwikkeld gevoel voor verhoudingen is nu eenmaal onmisbaar!
Nu is het zo dat wanneer we ruimte in voldoende mate verkennen, dat altijd een goed en samenhangend zicht geeft op hoek – daar, ergens gesitueerd in ruimte. Andersom geldt dat eigenlijk nooit (tenzij ruimte samenvalt met hoek). Wie beweert dat-um dat nog nooit zo is opgevallen, loopt waarschijnlijk nog niet heel lang mee.
Wie, anders gezegd, ontwerp maakt voor ruimte, kan daarna constructie van hoek veilig en verantwoord ter hand nemen. Die handelswijze levert later, wanneer ook andere hoeken in constructie worden genomen steevast de meeste en meest duurzame winst op. Want die hoeken passen immers precies daar waar ze eerder al (in samenhang) waren… vóórzien.
Wie, echter, ruimte uitvlakt en ontwerp beperkt tot kleine hoek, ziet zich in latere fasen al snel gedwongen in keurslijf van steeds moeizamer en krakkemikkig inpas- en prutswerk. Zeggenschap van hoek over ruimte schiet nu eenmaal flink te kort. Ruimte laat zich domweg niet in hoekje drukken. Nee, onmogelijk. Ach, ik vertel u eigenlijk niets nieuws.
Ruimte komt altijd – vroeger of later; vandaag de dag eerder vroeger dan later – uit hoek en eist haar tol. Daarom: neem ruimte en begin vooral niet klein, want anders is ‘het’, inderdaad, al snel niet meer te behappen.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Laten we, met andere woorden, zo’n voorliggend probleem om te beginnen vooral niet in zijn volle omvang verkennen en waarderen. Nee, laten we maar ‘gewoon’, klein, in die-en-die hoek beginnen. Het overige, de ‘resterende’ ruimte halen we er later wel bij. Anders komt ‘het’ nooit goed. Ja, een goed ontwikkeld gevoel voor verhoudingen is nu eenmaal onmisbaar!
Nu is het zo dat wanneer we ruimte in voldoende mate verkennen, dat altijd een goed en samenhangend zicht geeft op hoek – daar, ergens gesitueerd in ruimte. Andersom geldt dat eigenlijk nooit (tenzij ruimte samenvalt met hoek). Wie beweert dat-um dat nog nooit zo is opgevallen, loopt waarschijnlijk nog niet heel lang mee.
Wie, anders gezegd, ontwerp maakt voor ruimte, kan daarna constructie van hoek veilig en verantwoord ter hand nemen. Die handelswijze levert later, wanneer ook andere hoeken in constructie worden genomen steevast de meeste en meest duurzame winst op. Want die hoeken passen immers precies daar waar ze eerder al (in samenhang) waren… vóórzien.
Wie, echter, ruimte uitvlakt en ontwerp beperkt tot kleine hoek, ziet zich in latere fasen al snel gedwongen in keurslijf van steeds moeizamer en krakkemikkig inpas- en prutswerk. Zeggenschap van hoek over ruimte schiet nu eenmaal flink te kort. Ruimte laat zich domweg niet in hoekje drukken. Nee, onmogelijk. Ach, ik vertel u eigenlijk niets nieuws.
Ruimte komt altijd – vroeger of later; vandaag de dag eerder vroeger dan later – uit hoek en eist haar tol. Daarom: neem ruimte en begin vooral niet klein, want anders is ‘het’, inderdaad, al snel niet meer te behappen.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
dinsdag 17 september 2013
Architecture of Information
Meaning is key to information. Meaning is attached to it by its receiver. It’s the senders assignment to minimize the gap between his intended meaning and the meaning a receiver attaches to it. Just to keep communication sensible! Successful communication is greatly facilitated by supplying the receiver with proper contextual information. For, as we all know, it’s context that pre-eminently controls meaning. Information never comes on its own – no, information is always and inextricably connected with its associated context. It’s all about the delivery of intended meaning. As said: meaning is key to information. That is, in a nutshell, Architecture of Information.
Using Metapattern [1] modeling Architecture of Information is rather straightforward – as shown in the model below:
Explanation:
The model ‘starts’ with a thick black line; the horizon. The model itself displays from the horizon; behind this horizon the un-appointed is ‘found’. This model ‘says’: Concept-in-Context is the contextual specialization of Concept in Context [2]. As a clarifying example: in the context of a company (Context) a natural person (Concept) can specialize to an employee (Concept-in-Context).
Architecture of Information makes clear how information mutually relates, is modeled systematically, is contextualized explicitly and naturally unfolds itself. This possibly sounds somewhat abracadabra, but will become more clear when the above model gets dressed up a little more.
The next model shows, still in a general fashion, the aforementioned developments in a tangible manner:
Explanation:
This second model ‘says’: An Employee starts out as a Natural Person (Concept). A General is an Employee at a Company (Context). Being an Employee at a Company, a General uses specialized Clothing (Concept): a Uniform.
This model even more clearly shows that with respect to meaningful information it’s all about the way information concepts mutually relate. Uniform has Employee as its context. Employee has Company as its context. Company has the horizon as its context. Each concept gets its situated meaning from its specific (above) context; the context in which it manifests itself. And, in opposite direction: any concept in the model contributes to the meaning of the concepts below it (also referred to as “intext”).
Who starts practicing the concept of Architecture of Information, easily discovers how relevant properties systematically and durably get distributed along coherently modeled concepts. An Employee starts out as a Natural Person. And the attributes that hold for Natural Person do not repeat themselves for Employee for they are always attainable via relationship. In the same way we get a robust distribution of attributes (also read: meaning) along the linked concepts General, Employee and Natural Person.
What is, for example, “wage”? Well, it depends! It depends on the specific situation in which “wage” manifests itself. And the entire government practice is infested with problematic concepts like wage. This blurs and confuses and slackens a great deal of our information exchanges. As a consequence societal development wavers.
Would application of Architecture of Information be of real help here? Who practices the concept Architecture of Information orderly arranges problematic concepts – one by one and context for context – in one single model. A model that coherently shows the essential differences and similarities in meaning of the conjoining concepts.
Humans live their lives from situation to situation; it’s the way they are wired. And meaning isn’t a sitting duck; it ‘follows’ situation – so to speak. That’s also part of human wiring. Therefore human beings would greatly benefit from information systems that are designed and built based on information models that comply with Architecture of Information.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
The standpoint(s) presented in this article do not necessarily represent the standpoint(s) nor the policy of Gasunie.
[Notes]:
1. For more information on Metapattern (and Knitbits; its accompanying operational platform), please do have a look at the website of Information Dynamics.
2. The organization principle of “Contextual Specialization” is designed and developed by Pieter Wisse; please have a look at his website.
3. Sideward development is, of course, possible as well.
Using Metapattern [1] modeling Architecture of Information is rather straightforward – as shown in the model below:
Explanation:
The model ‘starts’ with a thick black line; the horizon. The model itself displays from the horizon; behind this horizon the un-appointed is ‘found’. This model ‘says’: Concept-in-Context is the contextual specialization of Concept in Context [2]. As a clarifying example: in the context of a company (Context) a natural person (Concept) can specialize to an employee (Concept-in-Context).
Architecture of Information makes clear how information mutually relates, is modeled systematically, is contextualized explicitly and naturally unfolds itself. This possibly sounds somewhat abracadabra, but will become more clear when the above model gets dressed up a little more.
The previous (open) model can easily (and in principle unendingly) grow and develop:
- Each specialisation can, in turn, be taken as a… Concept:
In the context of a, for example, function classification (Context) the employee can be taken as a Concept en specialise to, for example, a general (Concept-in-Context). - Each specialisation can, in turn, be taken as a… Context:
The employee can also be taken as a Context for the specialisation of, for example, clothing (Concept) to uniform (Concept-in-Context).
The next model shows, still in a general fashion, the aforementioned developments in a tangible manner:
Explanation:
This second model ‘says’: An Employee starts out as a Natural Person (Concept). A General is an Employee at a Company (Context). Being an Employee at a Company, a General uses specialized Clothing (Concept): a Uniform.
This model even more clearly shows that with respect to meaningful information it’s all about the way information concepts mutually relate. Uniform has Employee as its context. Employee has Company as its context. Company has the horizon as its context. Each concept gets its situated meaning from its specific (above) context; the context in which it manifests itself. And, in opposite direction: any concept in the model contributes to the meaning of the concepts below it (also referred to as “intext”).
Who starts practicing the concept of Architecture of Information, easily discovers how relevant properties systematically and durably get distributed along coherently modeled concepts. An Employee starts out as a Natural Person. And the attributes that hold for Natural Person do not repeat themselves for Employee for they are always attainable via relationship. In the same way we get a robust distribution of attributes (also read: meaning) along the linked concepts General, Employee and Natural Person.
What is, for example, “wage”? Well, it depends! It depends on the specific situation in which “wage” manifests itself. And the entire government practice is infested with problematic concepts like wage. This blurs and confuses and slackens a great deal of our information exchanges. As a consequence societal development wavers.
Would application of Architecture of Information be of real help here? Who practices the concept Architecture of Information orderly arranges problematic concepts – one by one and context for context – in one single model. A model that coherently shows the essential differences and similarities in meaning of the conjoining concepts.
Humans live their lives from situation to situation; it’s the way they are wired. And meaning isn’t a sitting duck; it ‘follows’ situation – so to speak. That’s also part of human wiring. Therefore human beings would greatly benefit from information systems that are designed and built based on information models that comply with Architecture of Information.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
The standpoint(s) presented in this article do not necessarily represent the standpoint(s) nor the policy of Gasunie.
[Notes]:
1. For more information on Metapattern (and Knitbits; its accompanying operational platform), please do have a look at the website of Information Dynamics.
2. The organization principle of “Contextual Specialization” is designed and developed by Pieter Wisse; please have a look at his website.
3. Sideward development is, of course, possible as well.
zondag 17 maart 2013
De Clou van Interface
In zijn column De
eeuwige interface (15 maart 2013) deelt François van Heurn zijn
ongerustheid m.b.t. moderne gegevensuitwisseling: omslachtig, foutgevoelig,
kostbaar, lange time-to-market en onbevredigend. “En dat”, zo stelt Van Heurn,
“terwijl de techniek de afgelopen jaren juist op het gebied van integratie
grote sprongen voorwaarts heeft gemaakt.” Even verder in zijn column vraagt Van
Heurn zich dan ook af “waarom bouw en beheer van interfaces dan toch nog steeds
zo moeizaam gaat” en geeft aansluitend een korte, praktische, analyse.
Waar draait het bij interfaces eigenlijk om? Wat is, zeg ook maar, de clou? Cruciaal is de uitwisseling van betekenis. Datatransport is secundair. Cruciaal is dus dat data zo is georganiseerd dat bedoelde betekenis gemakkelijk kan worden vastgesteld. Altijd. En bij elke willekeurige uitwisseling ervan.
Daarmee krijgt het derde punt in Van Heurn’s analyse plotseling de hoofdrol toegewezen! En, ja, klopt helemaal, onze huidige “Data definities” vormen wat organisatie annex betekenis betreft een groot en groeiend probleem. Dat is, zo constateert hij: “in de praktijk een crime”.
Wie de clou van interface (in)ziet, ziet ook dat oplossing voor dat probleem zich laat vinden in een nieuwe opvatting m.b.t. organisatie van informatie – van de “Data definities” zo u wilt. Al was het maar om – zoals Van Heurn het uitdrukt “de kosten van interfaces te decimeren!”
We zouden ons, heel productief, kunnen realiseren dat “een factuur [g]een factuur [is]”, dat “een order [g]een order [is]”, dat “een artikel [g]een artikel [is]” enzovoort. Nee, natuurlijk niet! Daar denkt iedereen – in de harde dagelijkse realiteit – nu eenmaal anders over! En daarover verkrijgen we met elkaar in geen 100 jaar consensus! Vergeet het! Zet het uit uw hoofd! Accepteer wezenlijke verschillen en probeer ze niet te standaardiseren, te harmoniseren of anderszins te verdoezelen.
We zouden ons, heel productief, kunnen realiseren dat het uitwisselen en aan elkaar knopen van ongelijkwaardige informatie een malle bezigheid is. Wie verstandig is stopt er dan ook mee – en wel zo snel als mogelijk. Een factuur in de context van partij A is nu eenmaal geen factuur in de context van partij B. En… àls A en B momenteel al met dezelfde facturen werken, kan dat volgend jaar maar zo weer anders liggen. Wie de ogen sluit voor reële dynamiek… wie de ogen sluit voor essentiële verschillen… en ‘de boel’ via “mappings” al polderend aan elkaar blijft plakken, houdt zichzelf voor de gek, is verk(n)ocht aan de eeuwige interface: omslachtig, foutgevoelig, kostbaar, lange time-to-market en onbevredigend.
Zolang “Data definities” feitelijk ongeschikt zijn voor informatie-uitwisseling tussen partijen, blijft het ‘gewoon’ sappelen met dergelijke data in en tussen applicaties – of ze nu gearchitectureerd, SOA, Open, XML, SOAP enzovoort zijn/hebben of niet. De kern van het probleem zit-um niet – herhaal: niet – in de techniek, maar in ons overtuigingen aangaande de manier waarop wij onze “Data definities” in elkaar menen te moeten steken.
Zolang wij in essentie blijven werken volgens het aloude adagium ‘voor elk probleem een apart systeem’… zolang zullen wij “Data definities” blijven produceren die uitermate geschikt zijn voor één bepaalde partij en derhalve minder/niet geschikt zijn voor andere partijen.
Nogmaals: wat m.i. nodig is, is een nieuwe opvatting m.b.t. organisatie van informatie. Een organisatie met het oog op het uitwisselen van betekenis – de clou van interfaces. Wanneer we informatie ànders – lees: niet langer traditioneel, maar stelselmatig – modelleren, kunnen tal van partijen uit vergaand dezelfde informatie-elementen elk hun eigen factuur, order, artikel enzovoort samenstellen. Voor nadere onderbouwing en details verwijs ik u graag door naar Information Modeling for Context Aware Systems.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Waar draait het bij interfaces eigenlijk om? Wat is, zeg ook maar, de clou? Cruciaal is de uitwisseling van betekenis. Datatransport is secundair. Cruciaal is dus dat data zo is georganiseerd dat bedoelde betekenis gemakkelijk kan worden vastgesteld. Altijd. En bij elke willekeurige uitwisseling ervan.
Daarmee krijgt het derde punt in Van Heurn’s analyse plotseling de hoofdrol toegewezen! En, ja, klopt helemaal, onze huidige “Data definities” vormen wat organisatie annex betekenis betreft een groot en groeiend probleem. Dat is, zo constateert hij: “in de praktijk een crime”.
Wie de clou van interface (in)ziet, ziet ook dat oplossing voor dat probleem zich laat vinden in een nieuwe opvatting m.b.t. organisatie van informatie – van de “Data definities” zo u wilt. Al was het maar om – zoals Van Heurn het uitdrukt “de kosten van interfaces te decimeren!”
We zouden ons, heel productief, kunnen realiseren dat “een factuur [g]een factuur [is]”, dat “een order [g]een order [is]”, dat “een artikel [g]een artikel [is]” enzovoort. Nee, natuurlijk niet! Daar denkt iedereen – in de harde dagelijkse realiteit – nu eenmaal anders over! En daarover verkrijgen we met elkaar in geen 100 jaar consensus! Vergeet het! Zet het uit uw hoofd! Accepteer wezenlijke verschillen en probeer ze niet te standaardiseren, te harmoniseren of anderszins te verdoezelen.
We zouden ons, heel productief, kunnen realiseren dat het uitwisselen en aan elkaar knopen van ongelijkwaardige informatie een malle bezigheid is. Wie verstandig is stopt er dan ook mee – en wel zo snel als mogelijk. Een factuur in de context van partij A is nu eenmaal geen factuur in de context van partij B. En… àls A en B momenteel al met dezelfde facturen werken, kan dat volgend jaar maar zo weer anders liggen. Wie de ogen sluit voor reële dynamiek… wie de ogen sluit voor essentiële verschillen… en ‘de boel’ via “mappings” al polderend aan elkaar blijft plakken, houdt zichzelf voor de gek, is verk(n)ocht aan de eeuwige interface: omslachtig, foutgevoelig, kostbaar, lange time-to-market en onbevredigend.
Zolang “Data definities” feitelijk ongeschikt zijn voor informatie-uitwisseling tussen partijen, blijft het ‘gewoon’ sappelen met dergelijke data in en tussen applicaties – of ze nu gearchitectureerd, SOA, Open, XML, SOAP enzovoort zijn/hebben of niet. De kern van het probleem zit-um niet – herhaal: niet – in de techniek, maar in ons overtuigingen aangaande de manier waarop wij onze “Data definities” in elkaar menen te moeten steken.
Zolang wij in essentie blijven werken volgens het aloude adagium ‘voor elk probleem een apart systeem’… zolang zullen wij “Data definities” blijven produceren die uitermate geschikt zijn voor één bepaalde partij en derhalve minder/niet geschikt zijn voor andere partijen.
Nogmaals: wat m.i. nodig is, is een nieuwe opvatting m.b.t. organisatie van informatie. Een organisatie met het oog op het uitwisselen van betekenis – de clou van interfaces. Wanneer we informatie ànders – lees: niet langer traditioneel, maar stelselmatig – modelleren, kunnen tal van partijen uit vergaand dezelfde informatie-elementen elk hun eigen factuur, order, artikel enzovoort samenstellen. Voor nadere onderbouwing en details verwijs ik u graag door naar Information Modeling for Context Aware Systems.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
woensdag 6 maart 2013
Federatieve Informatie
Met De Federatieve
App levert Ron Tolido opnieuw een
mooie bijdrage aan een discussie die altijd weer op mijn warme belangstelling
kan rekenen. Tolido laat in zijn column helder zien dat niemand het in z’n
eentje (nog) redt: we zijn tot-en-met onderling afhankelijk. En dat weten we
ook wel. Tegelijkertijd hechten we ook enorm aan onze autonomie: eigen meester;
niemands knecht! Ook dat weten we – als geen ander.
De vraag is dan ook: hoe opereren we samen/apart zo relaxed mogelijk in dit boeiende spanningsveld van autonomie en onderlinge afhankelijkheid? Hoe laten we iedere participant zoveel als mogelijk zelf ‘de boel’ autonoom regelen, terwijl we – met z’n allen – tegelijkertijd ook altijd robuust en betrouwbaar willen kunnen terugvallen op één of andere gemeenschappelijke basis. Een basis waar we allemaal en zonder mankeren onze mosterd kunnen halen (en brengen)?
Tolido signaleert naar mijn idee terecht dat “[m]obiele apps een ander soort levenscyclus [hebben]”. Tolido samenvattend: het zijn (vaak) een soort Kleenex-applicaties die overal vandaan komen, die snel bedacht, gemaakt en ingezet worden, hun waarde bewijzen en na enige tijd weer vervangen worden door nieuwe varianten. Dynamiek! Tempo!
Zoiets gaat natuurlijk alleen maar werken als er één of ander gemeenschappelijk fundament aan ten grondslag ligt. Robuust en betrouwbaar. Een fundament waar iedereen zijn/haar mosterd kan halen (en brengen). Tolido: “De centrale IT-afdeling zou zich veel meer moeten richten op het aanbieden van een platform dat ervoor zorgt, dat die mobiele apps snel kunnen worden ontwikkeld, getest en beheerd, dat de juiste datasets en enterprise services worden gebruikt, dat identiteit en beveiliging van tevoren al zijn ingebouwd.” Precies! Een applicatie moet weer een zuivere toepassing worden – zònder al die (time-to-market frustrerende) rompslomp.
Daar waar Tolido zich (nog) hoofdzakelijk richt op Techniek (die, zeker, noodzakelijk is), richt ik me eerst en vooral op de Informatie: op dat ‘goedje’ waar het iedereen in de kern om begonnen is! Zo’n gemeenschappelijk fundament – Informatie èn Techniek – is infrastructureel van aard: één pakket aan (im)materiële voorzieningen waarmee tal van gebruikers via hun veelheid aan wisselende apps heel gevarieerd en op hun persoonlijke maat worden bediend.
En dat lukt alleen maar wanneer we er in slagen onze informatie… probleem-ònafhankelijk (!) modelleren. Dat is Nieuw! Want het zit ons in de genen om probleemspecifiek te modelleren en aansluitend dus ook probleemspecifiek te bouwen (met alle gevolgen van dien).
We hebben een nieuwe, stelselmatige, manier van informatiemodellering nodig [1]. Dat levert ons federatieve informatieverzamelingen, waaromheen een federatief pakket aan (im)materiële voorzieningen wordt gebouwd. En dan… dan hebben we dat “platform” [2] waarover Tolido in zijn column spreekt – dat platform waarop apps als zuivere informatietoepassingen soepel en gevarieerd kunnen ‘inprikken’.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
[Noten]
1. Voor meer informatie aangaande deze nieuwe vorm van informatiemodellering, zie bijvoorbeeld Systematic Organization of Information (2011). Een uitstekende methode voor bedoelde nieuwe informatiemodellering is Metapattern. Metapattern gaat bovendien vergezeld van een operationeel platform: Knitbits [3].
2. Zie, voor een impressie/verbeelding bijvoorbeeld de presentatie infOrmation Orchestration (2010).
3. Het Nieuwe Modelleren– of, beter uitgedrukt: stelselmatige informatiemodellering vereist ten opzichte van de traditionele (en probleemspecifieke) modellering een geheel andere denk-, kijk- en werkwijze van de informatiekundig ontwerper. Het gaat immers om het ontwerp van enkelvoudige voorzieningen t.b.v. veelvuldig, gevarieerd en variërend gebruik door een veelheid aan ddor de tijd heen wisselende mensen en groepen. Er is, met andere woorden, geen sprake (meer) van een specifiek probleem dat door de ontwerper moet worden opgelost. Nee, de uiteindelijke toepassingen dienen nadrukkelijk op een infrastructurele leest te worden geschoeid. En dat is kwalitatief ànders.
De vraag is dan ook: hoe opereren we samen/apart zo relaxed mogelijk in dit boeiende spanningsveld van autonomie en onderlinge afhankelijkheid? Hoe laten we iedere participant zoveel als mogelijk zelf ‘de boel’ autonoom regelen, terwijl we – met z’n allen – tegelijkertijd ook altijd robuust en betrouwbaar willen kunnen terugvallen op één of andere gemeenschappelijke basis. Een basis waar we allemaal en zonder mankeren onze mosterd kunnen halen (en brengen)?
Tolido signaleert naar mijn idee terecht dat “[m]obiele apps een ander soort levenscyclus [hebben]”. Tolido samenvattend: het zijn (vaak) een soort Kleenex-applicaties die overal vandaan komen, die snel bedacht, gemaakt en ingezet worden, hun waarde bewijzen en na enige tijd weer vervangen worden door nieuwe varianten. Dynamiek! Tempo!
Zoiets gaat natuurlijk alleen maar werken als er één of ander gemeenschappelijk fundament aan ten grondslag ligt. Robuust en betrouwbaar. Een fundament waar iedereen zijn/haar mosterd kan halen (en brengen). Tolido: “De centrale IT-afdeling zou zich veel meer moeten richten op het aanbieden van een platform dat ervoor zorgt, dat die mobiele apps snel kunnen worden ontwikkeld, getest en beheerd, dat de juiste datasets en enterprise services worden gebruikt, dat identiteit en beveiliging van tevoren al zijn ingebouwd.” Precies! Een applicatie moet weer een zuivere toepassing worden – zònder al die (time-to-market frustrerende) rompslomp.
Daar waar Tolido zich (nog) hoofdzakelijk richt op Techniek (die, zeker, noodzakelijk is), richt ik me eerst en vooral op de Informatie: op dat ‘goedje’ waar het iedereen in de kern om begonnen is! Zo’n gemeenschappelijk fundament – Informatie èn Techniek – is infrastructureel van aard: één pakket aan (im)materiële voorzieningen waarmee tal van gebruikers via hun veelheid aan wisselende apps heel gevarieerd en op hun persoonlijke maat worden bediend.
En dat lukt alleen maar wanneer we er in slagen onze informatie… probleem-ònafhankelijk (!) modelleren. Dat is Nieuw! Want het zit ons in de genen om probleemspecifiek te modelleren en aansluitend dus ook probleemspecifiek te bouwen (met alle gevolgen van dien).
We hebben een nieuwe, stelselmatige, manier van informatiemodellering nodig [1]. Dat levert ons federatieve informatieverzamelingen, waaromheen een federatief pakket aan (im)materiële voorzieningen wordt gebouwd. En dan… dan hebben we dat “platform” [2] waarover Tolido in zijn column spreekt – dat platform waarop apps als zuivere informatietoepassingen soepel en gevarieerd kunnen ‘inprikken’.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
[Noten]
1. Voor meer informatie aangaande deze nieuwe vorm van informatiemodellering, zie bijvoorbeeld Systematic Organization of Information (2011). Een uitstekende methode voor bedoelde nieuwe informatiemodellering is Metapattern. Metapattern gaat bovendien vergezeld van een operationeel platform: Knitbits [3].
2. Zie, voor een impressie/verbeelding bijvoorbeeld de presentatie infOrmation Orchestration (2010).
3. Het Nieuwe Modelleren– of, beter uitgedrukt: stelselmatige informatiemodellering vereist ten opzichte van de traditionele (en probleemspecifieke) modellering een geheel andere denk-, kijk- en werkwijze van de informatiekundig ontwerper. Het gaat immers om het ontwerp van enkelvoudige voorzieningen t.b.v. veelvuldig, gevarieerd en variërend gebruik door een veelheid aan ddor de tijd heen wisselende mensen en groepen. Er is, met andere woorden, geen sprake (meer) van een specifiek probleem dat door de ontwerper moet worden opgelost. Nee, de uiteindelijke toepassingen dienen nadrukkelijk op een infrastructurele leest te worden geschoeid. En dat is kwalitatief ànders.
woensdag 20 februari 2013
Het Nieuwe Modelleren
Hoe produceert u uw
informatiemodellen? Mag ik eens raden? Grofweg begint het proces met identificatie
van een specifiek probleem. Het is immers dàt specifieke probleem dat moet
worden opgelost! Aansluitend wordt de specifiek daarvoor benodigde informatie
zorgvuldig geïnventariseerd en nauwkeurig gemodelleerd. Alles met het oog op
oplossing van dat ene, specifieke probleem.
2. Voor meer informatie aangaande deze nieuwe vorm van informatiemodellering, zie bijvoorbeeld Systematic Organization of Information (2011). Een uitstekende methode voor bedoelde nieuwe informatiemodellering is Metapattern. Metapattern gaat bovendien vergezeld van een operationeel platform: Knitbits.
3. Zie, ter verdere verduidelijking, een impressie/verbeelding in de vorm van de presentatie infOrmation Orchestration (2010).
4. Het Nieuwe Modelleren – of, beter uitgedrukt: stelselmatige informatiemodellering vereist ten opzichte van de traditionele (en probleemspecifieke) modellering een geheel andere denk-, kijk- en werkwijze van de informatiekundig ontwerper. Het gaat immers om het ontwerp van enkelvoudige voorzieningen t.b.v. veelvuldig, gevarieerd en variërend gebruik door een veelheid aan ddor de tijd heen wisselende mensen en groepen. Er is, met andere woorden, geen sprake (meer) van een specifiek probleem dat door de ontwerper moet worden opgelost. Nee, de uiteindelijke toepassingen dienen nadrukkelijk op een infrastructurele leest te worden geschoeid. En dat is kwalitatief ànders.
Daarmee is natuurlijk niets
mis zolang de aanvankelijk geïdentificeerde probleemsituatie maar (zo goed als)
ongewijzigd aanhoudt. En daar wringt tegenwoordig de schoen. Want
(probleem)situaties zijn vandaag de dag in toenemende mate beweeglijk van aard
waarbij ze elkaar ook nog eens wederzijds beïnvloeden.
ICT startte haar bezigheden
in een overzichtelijke en ook statische wereld. Werkprocessen die stonden als
een huis, raakten door de jaren heen steeds verder geautomatiseerd; hetgeen
allerhande nieuwe mogelijkheden gaf. En tegenwoordig… tegenwoordig zijn de
technische mogelijkheden inclusief hun toepassingen ongekend groot. Onvermoeibaar
buitelen tal van ontwikkelingen nog altijd over elkaar heen. De effecten van de
ene noviteit zijn nog niet helder of de effecten van andere ontwikkelingen en toepassingen
interfereren er alweer mee. Kortom: ICT hielp geest uit fles en zette daarmee zo
zo’n beetje alles ‘gewoon’ en onomkeerbaar in niet te stuiten beweging.
En daarmee zijn ook geïdentificeerde
(probleem)situaties geen sitting ducks meer, maar moving targets: alsmaar in
beweging – ze veranderen waar we bij staan! Ronduit pijnlijk daarbij is dat de
gangbare processen en standaarden voor informatiemodellering annex applicatiebouw
dergelijke dynamiek domweg niet meer kunnen bijbenen.
Zolang oplossing voor deze pijnlijke
problematiek nog allerwegen wordt gezocht in meer standaardisatie en verdere vereenvoudiging
van gereedschappen en werkprocessen – zowel aan de kant van IT als ook aan
businesszijde… zolang ontstaat er geen ruimte om fundamenteler naar de deze
(groeiende) problematiek te kijken. En juist dàt is nodig! Want hoewel nagestreefde
standaardisatie en vereenvoudiging hun nut hebben, is hun bijdrage aan
substantieel betere oplossing slechts marginaal [1].
Het goede nieuws is dat substantieel
betere oplossing gevonden kan worden in een geheel nieuwe vorm van
informatiemodellering. Wat nodig is, is een vorm van informatiemodellering die (in
hoge mate) invariant is m.b.t. de nog altijd toenemende beweeglijkheid van mens,
maatschappij en organisatie [2].
Een dergelijke vorm van
informatiemodellering levert infrastructureel geordende informatieverzamelingen
op met nauw erop aansluitende voorzieningen tot ontsluiting. Zo’n enkelvoudig informatiestelsel
wordt vervolgens flexibel ingezet via een veelheid aan variërende en gevarieerde
toepassingen. Zo ontstaat een duurzame/stabiele informatie-infrastructuur die
via een waaier aan toepassingen wordt benut [3].
Het Nieuwe Modelleren maakt
mens, maatschappij en organisatie wendbaarder, voorziet in hogere informatiekwaliteit;
verschaft informatie van eenduidige betekenis en rekent af met duplicaten en
inconsistentie. Daarnaast is de time-to-market voor nieuwe/gewijzigde toepassingen
een stuk korter, terwijl de kosten voor informatievoorziening tot
aantrekkelijke niveaus dalen. En ook dat is goed nieuws.
Ja, klopt, het Nieuwe
Modelleren kost u (natuurlijk) ook iets. Denk daarbij vooral ook aan opleiding
in het kader van, nieuwe (stelselmatige) informatiemodellering [4]. Denk zeker ook
aan (tijdelijke) extra voorzieningen die waarborgen dat uw ‘winkel’ open blijft
tijdens de gefaseerde verbouwing van uw applicatielandschap [3].
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
[Noten]
1. Zie, voor
een uitgebreidere uiteenzetting, bijvoorbeeld het artikel Modern Informatieverkeer
(2008).Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
[Noten]
2. Voor meer informatie aangaande deze nieuwe vorm van informatiemodellering, zie bijvoorbeeld Systematic Organization of Information (2011). Een uitstekende methode voor bedoelde nieuwe informatiemodellering is Metapattern. Metapattern gaat bovendien vergezeld van een operationeel platform: Knitbits.
3. Zie, ter verdere verduidelijking, een impressie/verbeelding in de vorm van de presentatie infOrmation Orchestration (2010).
4. Het Nieuwe Modelleren – of, beter uitgedrukt: stelselmatige informatiemodellering vereist ten opzichte van de traditionele (en probleemspecifieke) modellering een geheel andere denk-, kijk- en werkwijze van de informatiekundig ontwerper. Het gaat immers om het ontwerp van enkelvoudige voorzieningen t.b.v. veelvuldig, gevarieerd en variërend gebruik door een veelheid aan ddor de tijd heen wisselende mensen en groepen. Er is, met andere woorden, geen sprake (meer) van een specifiek probleem dat door de ontwerper moet worden opgelost. Nee, de uiteindelijke toepassingen dienen nadrukkelijk op een infrastructurele leest te worden geschoeid. En dat is kwalitatief ànders.
zaterdag 16 februari 2013
Information Modeling for Context Aware Systems
Human beings are context aware – by nature. How about our
modern information systems? They really should be, but they are not! Truly context
aware systems require contextually modeled information. Did you know that? We need
contextual information modeling capabilities in order to be able to produce context
aware solutions that optimally support context aware people in modern
businesses as well as our networked society.
Human beings are context
aware – by nature
We all know [1] that human beings assign meaning to
information based on its ever accompanying context. Information, so to speak,
never travels on its own; it always shows up together with a certain context.
And it’s that very context that inescapably helps to ‘shape’ information into
its situational meaning.
We all know [1] that human behavior springs forth from
personally assigned meaning to individually sensed information – information being
sensed and processed over time.
In day to day life human beings aren’t consciously aware of
their (generally speaking) fine grained context awareness capabilities. Most of
the time they ‘simply’ sense, interpret and act. Actions which, in turn, result
in new signs/information that also can be sensed. Etc. etc.
Modern information
systems should all be context aware – but they are not
So… to human beings the meaning of information is not at all
fixed, but always depends on its accompanying context – represented, of course,
by contextual information [2].
All of our contemporary systems, however, still work with
information of fixed and predefined meaning. This meaning of information
usually is determined during design. As a consequence the resulting information
system is highly inflexible with respect to changes in meaning – changes that inevitably
will occur over time. Situations change…. Our interests change…. We all know
that.
Because of ever increasing dynamics – in our modern businesses
as well as in our information society/network society – fewer and fewer things
remain the same for very long anymore. We all know that.
Context aware
systems require contextually modeled information
In order to solve this wicked problem [3], we need context
aware systems. We need information systems that can handle change-of-meaning of
information because of change-in-context. Why? Because we need to be able to quickly
and optimally support human beings in the way they are naturally ‘wired’:
sensing, interpreting, acting, sensing, ….
We all know that information systems are all about…
information [4]. It is for that reason that context aware systems are most
naturally built around contextually modeled information [5]. Contextually
modeled information is suitable to be processed by context aware systems in
order to be situationally applicable by human beings.
Needed: contextual
information modeling
Contextual information modeling, also called systematic
information modeling [6], qualitatively differs from traditional information
modeling. Contextual information modeling requires systems thinking.
Traditional information modeling [7] needs a specific problem
for which a specific information model annex software is created that specifically
matches that specific problem in a specific way. Also read: the system is
designed to work for one specific context – solving precisely (and only) that
specific problem.
In case of systematic information modeling [7] – from the
perspective of the designer – there is no specific problem to create a model
for. The resulting model will be systematic in nature and will therefore cover
a wide range of problems – one of them, of course, being the specific problem
at hand.
Compared with a traditional information model a systematic
information model shows quite a bit of an upside down experience to the
traditional modeler/designer. Elements that appear to be of key interest in
traditional models, show up at quite other positions in systematic ones.
Yielding context
aware solutions
As said: the resulting systematic [8] information model is fit to match
a wide range of problems – including the specific problem at hand. Because of
its systematic nature, i.e. the systematic organization of information in the
model, the software aligns around it in a contextual fashion – yielding a
context aware information system [5].
Supporting context
aware people
Context aware systems provide true support to contextually
operating human beings that need to quickly, confidently and accurately find
their ways in the ever increasing dynamics of our modern businesses/society [9].
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
[Notes]
1. We all know that from social psychology (wiki).
2. Indeed, meaning is situational, always and 100% of the time: Situational Meaning. In case you need some extra theoretical background, please read Semiotic Ennead.
3. It’s a wicked problem because we, human beings, ‘naturally’ look for far too long for faster horses; we seem to hate to thoroughly solve our problems.
4. Explained in more detail in The Core of Information Oriented Architecture.
5. For more details, please view infOrmation Orchestration (on slideshare).
6. A profound method for systematic information modeling is Metapattern – a surprisingly elegant as well as powerful method. As a method metapattern comes with a strong philosophy: Subjective Situationism. Metapattern is supported with a tool-set/operational platform, called Knitbits.
7. For more details, please study Systematic Organization of Information.
8. Systematic means: across domains and across organisations/societies.
9. For more details, please view Human Interoperability (on slideshare – via information roundabout).
1. We all know that from social psychology (wiki).
2. Indeed, meaning is situational, always and 100% of the time: Situational Meaning. In case you need some extra theoretical background, please read Semiotic Ennead.
3. It’s a wicked problem because we, human beings, ‘naturally’ look for far too long for faster horses; we seem to hate to thoroughly solve our problems.
4. Explained in more detail in The Core of Information Oriented Architecture.
5. For more details, please view infOrmation Orchestration (on slideshare).
6. A profound method for systematic information modeling is Metapattern – a surprisingly elegant as well as powerful method. As a method metapattern comes with a strong philosophy: Subjective Situationism. Metapattern is supported with a tool-set/operational platform, called Knitbits.
7. For more details, please study Systematic Organization of Information.
8. Systematic means: across domains and across organisations/societies.
9. For more details, please view Human Interoperability (on slideshare – via information roundabout).
dinsdag 22 januari 2013
Over misgeslagen planken en verdronken bruggen
IT staat op voet van oorlog met business, zo laat Sander Hulsman ons via de digitale editie van Computable (21 januari 2013) weten. Een aandachttrekkende overdrijving? Misschien. Een aanstaande werkelijkheid? Wellicht. Gespannen verhoudingen, wantrouwen, openlijk geuite frustraties, het ontbreken van samenwerking – het zijn allemaal symptomen van ‘iets’ dat gaandeweg gemakkelijk (verder) uit de hand loopt.
Wat IT betreft is de business zich er niet of nauwelijks van bewust dat IT bijzaak is en dat het de business feitelijk alleen maar te doen is om informatie-van-situationeel-heldere-betekenis. Reflexmatig koppelt business iets-met-informatie domweg aan IT; plaatst er a.h.w. een "="-teken tussen. Informatie? = IT! Op die manier blijft business in geval van iets-met-informatie ‘logischerwijs’ maar aankloppen bij IT. IT die eigenlijk alleen maar echt goed is in het leveren van techno-dingetjes-met-data. En dat is toch echt wat anders!
Zolang we met z’n allen, business en IT, maar blijven geloven dat we het alleen maar redden met meer technologie, met alsmaar meer en alsmaar geavanceerdere technologie… en dat het dan met de rest (bijvoorbeeld die informatie-van-situationeel-heldere-betekenis) vanzelf wel goed komt… zolang wordt de onderlinge verstandhouding eigenlijk alleen maar slechter.
IT werkt nog altijd hoofdzakelijk volgens het diep ingesleten adagium ‘voor elk probleem een apart systeem’. Een apart systeem dus, dat goed werkt in de situatie waarvoor het is bedoeld. In hedendaagse dynamiek, echter, veranderen situaties steeds sneller en ook dusdanig dat de waarde van zo’n apart systeem vrij snel afneemt; vaak al tijdens de bouw/deelopleveringen. Steeds grotere aanpassingen worden steeds sneller nodig. Al met al bijzonder kostbaar, waarbij IT het vereiste tempo steeds moeilijker kan bijbenen.
En zo stevenen twee partijen, business en IT – zonder het zelf goed en wel te beseffen en doorgaans met de beste bedoelingen – zomaar en gemakkelijk af op een (voet van) oorlog. Business voelt zich bar slecht begrepen blijkens de veelal moeizaam werkende techno-dingetjes-met-data die IT hen altijd weer met verve levert. IT raakt meer en meer gefrustreerd omdat ze haar (geavanceerde) eieren niet of nauwelijks kwijt kan. En wanneer onvrede tussen partijen ver genoeg oplaait en ze weer eens getergd ten strijde trekken… dan ontmoeten ze niemand op hun slagveld. Niemand? Nee, beiden vechten immers – zonder het te beseffen aan verschillende fronten! Elke slag is goed gemikt, gemeend en raak, maar tegelijk ook zo frustrerend mis.
Voor vruchtbaar zicht op oplossing dienen partijen zich te begeven naar een nieuw en hoger niveau van beschouwing. Alleen daar komt het malle van de hele situatie samenhangend in beeld, kan ter zake doende diagnose worden gesteld en remedie gevonden. Maar … waarom gaan partijen daar (dan) niet zoeken? De business niet omdat ze meent haar heil te moeten zoeken bij IT. De IT niet omdat ze vastgeroest zit aan oud en vertrouwd adagium; adagium dat haar eens zo grote successen bracht, maar nu eigenlijk alleen nog maar problemen produceert. Daarbij belet diep gewortelde techno-overtuiging partijen nog eens extra om stap naar hoger beschouwingsniveau te zetten.
Hoe lang blijven we elkaars loopplank nog ‘vruchtbaar’ misslaan en laten we bedoelde brug in het water vallen?
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Wat IT betreft is de business zich er niet of nauwelijks van bewust dat IT bijzaak is en dat het de business feitelijk alleen maar te doen is om informatie-van-situationeel-heldere-betekenis. Reflexmatig koppelt business iets-met-informatie domweg aan IT; plaatst er a.h.w. een "="-teken tussen. Informatie? = IT! Op die manier blijft business in geval van iets-met-informatie ‘logischerwijs’ maar aankloppen bij IT. IT die eigenlijk alleen maar echt goed is in het leveren van techno-dingetjes-met-data. En dat is toch echt wat anders!
Zolang we met z’n allen, business en IT, maar blijven geloven dat we het alleen maar redden met meer technologie, met alsmaar meer en alsmaar geavanceerdere technologie… en dat het dan met de rest (bijvoorbeeld die informatie-van-situationeel-heldere-betekenis) vanzelf wel goed komt… zolang wordt de onderlinge verstandhouding eigenlijk alleen maar slechter.
IT werkt nog altijd hoofdzakelijk volgens het diep ingesleten adagium ‘voor elk probleem een apart systeem’. Een apart systeem dus, dat goed werkt in de situatie waarvoor het is bedoeld. In hedendaagse dynamiek, echter, veranderen situaties steeds sneller en ook dusdanig dat de waarde van zo’n apart systeem vrij snel afneemt; vaak al tijdens de bouw/deelopleveringen. Steeds grotere aanpassingen worden steeds sneller nodig. Al met al bijzonder kostbaar, waarbij IT het vereiste tempo steeds moeilijker kan bijbenen.
En zo stevenen twee partijen, business en IT – zonder het zelf goed en wel te beseffen en doorgaans met de beste bedoelingen – zomaar en gemakkelijk af op een (voet van) oorlog. Business voelt zich bar slecht begrepen blijkens de veelal moeizaam werkende techno-dingetjes-met-data die IT hen altijd weer met verve levert. IT raakt meer en meer gefrustreerd omdat ze haar (geavanceerde) eieren niet of nauwelijks kwijt kan. En wanneer onvrede tussen partijen ver genoeg oplaait en ze weer eens getergd ten strijde trekken… dan ontmoeten ze niemand op hun slagveld. Niemand? Nee, beiden vechten immers – zonder het te beseffen aan verschillende fronten! Elke slag is goed gemikt, gemeend en raak, maar tegelijk ook zo frustrerend mis.
Voor vruchtbaar zicht op oplossing dienen partijen zich te begeven naar een nieuw en hoger niveau van beschouwing. Alleen daar komt het malle van de hele situatie samenhangend in beeld, kan ter zake doende diagnose worden gesteld en remedie gevonden. Maar … waarom gaan partijen daar (dan) niet zoeken? De business niet omdat ze meent haar heil te moeten zoeken bij IT. De IT niet omdat ze vastgeroest zit aan oud en vertrouwd adagium; adagium dat haar eens zo grote successen bracht, maar nu eigenlijk alleen nog maar problemen produceert. Daarbij belet diep gewortelde techno-overtuiging partijen nog eens extra om stap naar hoger beschouwingsniveau te zetten.
Hoe lang blijven we elkaars loopplank nog ‘vruchtbaar’ misslaan en laten we bedoelde brug in het water vallen?
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
zaterdag 12 januari 2013
Slopen of soepel saneren?
In Hoe
Sloop Ik Mijn Applicaties (5 overzichtelijke stappen) vraagt Ron Tolido
terecht aandacht voor zoiets als de verwijderingsbijdrage voor applicaties. Hieronder
stel ik een kwalitatief andere benadering voor – een route die via De
Weg uit Techno-val loopt. Tolido’s goede aanzet kan, denk ik, wel een
versteviging gebruiken!
Naar mijn idee sloop je applicaties het aller-allerbeste door ze vanuit een to-taal ander concept op te zetten. Begin daarbij bij het belangrijkste – bij informatie (dus)! [1] Wie informatie slim organiseert… ontdekt al snel dat we met z’n allen met heel erg veel minder informatie toekunnen. Duplicaten en inconsistenties? Exit! Daadwerkelijk hergebruik i.c.m. sterke reductie van je informatiehooibergen [2] wordt met systematische organisatie van informatie gewoonweg heel reëel!
Systematisch georganiseerde informatieverzamelingen zijn duurzaam, bevatten, zeg maar even, ‘informatie-invarianten’, zijn infrastructureel [3] van aard en worden (uiteraard) gemanaged door middel van netzo duurzame infrastructurele applicaties. Daarmee creëer je een heel krachtige informatiebasis [4].
Toepassingsapplicaties vullen hun informatiebehoeften in door zaken te doen met de infrastructurele applicaties. Basisinformatie wordt naar behoefte gecombineerd, bewerkt, gepresenteerd enzovoort m.b.v. de – nu veel kleinere – toepassingsapplicaties. Da’s is gunstig voor de kosten, de kwaliteit, de time-to-market enzovoort [5].
Migratie naar zo’n nieuwe opzet laat de oude applicatie-lappendeken gefaseerd en gecontroleerd ‘leeglopen’ in de nieuwe informatie-infrastructuur. De hele winkel blijft gewoon open! En zo saneer je je informatiehooibergen plus je applicatielandschap. Dan pak je de zo pijnlijke problematiek (nog net even wat) fundamenteler aan!
Noten:
[1] In Een Vruchtbaar Gesprek wordt duidelijk(er) gemaakt waarom juist bij informatie moet worden begonnen.
[2] In Ontsnapping uit digitaal gekkenhuis, een bijdrage in het boek Eerlijk zullen we alles delen (een uitgave va Forum Standaardisatie), wordt o.a. nader op het saneren van informatiehooibergen ingegaan.
[3] Tja, Wat is eigenlijk infrastructuur (eigenlijk)?
[4] Op Slideshare is dit idee nader uitgewerkt in de presentatie infOrch.
[5] Op Information Roundabout worden deze, met gevoel voor understatement, interessante voordelen ook (nog eens) uiteengezet.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Naar mijn idee sloop je applicaties het aller-allerbeste door ze vanuit een to-taal ander concept op te zetten. Begin daarbij bij het belangrijkste – bij informatie (dus)! [1] Wie informatie slim organiseert… ontdekt al snel dat we met z’n allen met heel erg veel minder informatie toekunnen. Duplicaten en inconsistenties? Exit! Daadwerkelijk hergebruik i.c.m. sterke reductie van je informatiehooibergen [2] wordt met systematische organisatie van informatie gewoonweg heel reëel!
Systematisch georganiseerde informatieverzamelingen zijn duurzaam, bevatten, zeg maar even, ‘informatie-invarianten’, zijn infrastructureel [3] van aard en worden (uiteraard) gemanaged door middel van netzo duurzame infrastructurele applicaties. Daarmee creëer je een heel krachtige informatiebasis [4].
Toepassingsapplicaties vullen hun informatiebehoeften in door zaken te doen met de infrastructurele applicaties. Basisinformatie wordt naar behoefte gecombineerd, bewerkt, gepresenteerd enzovoort m.b.v. de – nu veel kleinere – toepassingsapplicaties. Da’s is gunstig voor de kosten, de kwaliteit, de time-to-market enzovoort [5].
Migratie naar zo’n nieuwe opzet laat de oude applicatie-lappendeken gefaseerd en gecontroleerd ‘leeglopen’ in de nieuwe informatie-infrastructuur. De hele winkel blijft gewoon open! En zo saneer je je informatiehooibergen plus je applicatielandschap. Dan pak je de zo pijnlijke problematiek (nog net even wat) fundamenteler aan!
Noten:
[1] In Een Vruchtbaar Gesprek wordt duidelijk(er) gemaakt waarom juist bij informatie moet worden begonnen.
[2] In Ontsnapping uit digitaal gekkenhuis, een bijdrage in het boek Eerlijk zullen we alles delen (een uitgave va Forum Standaardisatie), wordt o.a. nader op het saneren van informatiehooibergen ingegaan.
[3] Tja, Wat is eigenlijk infrastructuur (eigenlijk)?
[4] Op Slideshare is dit idee nader uitgewerkt in de presentatie infOrch.
[5] Op Information Roundabout worden deze, met gevoel voor understatement, interessante voordelen ook (nog eens) uiteengezet.
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
vrijdag 11 januari 2013
Een Vruchtbaar Gesprek
Waar draait het eigenlijk om bij
informatiesystemen?
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Om informatie.
Om informatie?
Ja, informatie is al sinds
mensenheugenis het universele middel dat mensen aanzet tot activiteiten waarmee
ze hun doelen bereiken. Dat is met digitale informatiesystemen niet anders.
Waarom stellen
informatiesystemen dan zo vaak teleur?
Mensen begrijpen vaak niet goed wat de
gepresenteerde informatie betekent. En daarom komen ze niet tot de
werkelijk bedoelde activiteiten en missen ze (deels) hun doelen.
Hoe kan dat?
Mensen zitten zo in elkaar dat ze
informatie altijd contextueel begrijpen. Altijd – en dat gaat onbewust. De
precieze betekenis van informatie is afhankelijk van de onderhanden situatie –
en situaties wisselen vandaag de dag steeds vaker en heftiger.
Machines (lees ook:
informatiesystemen) zitten zo in elkaar dat ze informatie altijd in absolute
zin ‘begrijpen’. Altijd – en dat gaat volautomatisch. De precieze betekenis van
informatie is op voorhand vastgesteld – geschikt voor een enkele situatie.
Zodra de machinale betekenis niet
meer zo goed past bij werkelijke situaties, krijgen mensen – naar hun aard! –
serieus moeite om de informatie in hun actuele leefwereld (context) te duiden. Dat
leidt in ieder geval tot inefficiënties, meestal tot (sterk) verminderde
effectiviteit en zelfs tot contraproductiviteit. En, ja, dat stelt teleur.
Is het zo simpel?
Zo eenvoudig is het. Daarom stellen
informatiesystemen steeds vaker en, dat ook, steeds sneller teleur. Dat is één van
de majeure gevolgen van alsmaar toenemende dynamiek in onze moderne
informatiemaatschappij.
Hoe los je dat
op?
Dat los je op door informatie niet
langer absoluut, maar contextueel te organiseren. Per context
is de betekenis immers absoluut! En per context lukt het informatiesystemen dus
wèl om de bedoelde betekenis van informatie adequaat te communiceren.
Op zo’n manier wordt informatie – juist
via digitale hulpmiddelen – weer dat universele middel dat mensen aanzet tot
activiteiten waarmee ze in tot-en-met digitaal gefaciliteerde
informatiesamenleving hun doelen bereiken.
Dáár draait het dus om bij
informatiesystemen?!
Ja, het draait om informatie van
situationeel kraakheldere betekenis in handen van mensen… tot bedoelde actie…
om hun doelen te bereiken. Effectief dus. En zo efficiënt mogelijk.
Nog één laatste vraag: Hoe doe je
dat eigenlijk – dat “contextueel organiseren” van informatie?
Uitstekende vraag! Wie informatie
absoluut organiseert, denkt ongetwijfeld ook goed na over context. Waar gaat
het dan mis? Men verzuimt die context te expliciteren en in verband te brengen
met de informatie in kwestie.
Informatie (be)staat nooit an sich,
maar ‘zit’ altijd in een context. Context zelf is natuurlijk ook weer gewoon
informatie. Zo ontstaat een netwerk aan onderling verbonden
informatieknooppunten. Wie interesse toont in een bepaald informatieknooppunt
in zo’n netwerk, vat de ermee verbonden informatieknooppunten automatisch op
als context.
Op die manier beschikt elk
informatieknooppunt altijd over z’n eigen context en faciliteert het
informatiesysteem mensen als vanzelf met informatie van situationeel heldere
betekenis met het oog op het bedoelde effect.
Waar kan ik
meer informatie vinden?
Lees gerust verder op Information Roundabout. Begin dan
bijvoorbeeld bij The Core of Information Oriented
Architecture. Wil je een meer theoretische onderbouwing, dan kan ik
je Semiotic Ennead van harte
aanbevelen; je ziet dan ook dat ik dankbaar gebruik maak van het werk van Pieter
Wisse; de geestelijk vader van contextuele organisatie van
informatie. Ere wie ere toekomt!
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
dinsdag 8 januari 2013
De Weg uit Techno-val
De Weg uit Techno-val
gaat niet over rozen, maar loopt naar mijn idee via hernieuwde (aandacht voor) ruimte
voor het stelselmatig ontwerpen van informatievoorziening. En dat is… Nieuw.
Een hele tijd geleden alweer raakten applicaties geperforeerd: via interfaces raakten ze intensief op elkaar betrokken. Dat bracht ons tot de vraag: Wat is een applicatie eigenlijk als ze allemaal via kluwens aan interfaces aan elkaar vastzitten? Daar bleef het niet bij. Ook organisaties raakten door en door geperforeerd. Interfaces (her)kennen nu eenmaal geen organisaties laat staan organisatiegrenzen. Dankzij technologie ontstonden ketens en netwerken – dwars door/over organisaties heen. Dat bracht en brengt een mens op enig moment tot de vraag: Wat is een organisatie eigenlijk als ze allemaal via ketens en/of netwerken aan elkaar vastzitten? En ook daar bleef/blijft het niet bij – van individueel naar lokaal naar regionaal en nationaal draaien we onze hand ook niet meer om voor de mondiale schaal. Tal van mensen in wisselende verbanden (bijv. organisaties) zijn dagelijks in touw met hun variërende en gevarieerde bezigheden (bijv. business).
Dat betekent, lijkt mij, dat wie vandaag de dag iets techno’s (een constructie) voor een bepaalde organisatie wil maken, stevig rekening dient te houden met veel en veel meer dan alleen maar die ene bepaalde organisatie. Anders gezegd: het ontwerpbereik dient vandaag de dag veel ruimer te zijn bemeten dan het constructiebereik. En dat is… Nieuw; zo doen we het vandaag in ieder geval niet! Vandaag de dag passen we het ontwerpbereik ‘doodgewoon’ aan op wat er qua constructie moet komen. Techno is leading.
Als we kijken naar de recente ontwikkelingen bij HetWaterschapshuis (oké, er zijn vast ook andere dingen misgegaan) zien we heel duidelijk dat het ontwerpbereik ten opzichte van het constructiebereik veel en veel te krap bemeten was. Techno was ook daar leading. Als socio leading was geweest… had er een totaal ander(e) programma/project(-ambitie) uit de hoed gekomen. En wie weet… wie weet had de (belangrijkste) opdrachtnemer al in een vrij vroeg stadium van de opdracht afgezien: niet (zinvol) uitvoerbaar.
Als de nodige informatievoorziening stelselmatig (lees: met ruim ontwerpbereik en door en door socio) zou zijn ontworpen… hadden er qua techno constructies uit de bus gekomen waarmee elk van de onderscheiden waterschappen op basis van één en dezelfde informatiebasis heel gevarieerd en op eigen wijze zouden zijn geholpen. Zoals gezegd: dat is Nieuw.
Ik sluit (bijna) af waar ik mee begon: De Weg uit Techno-val loopt, naar mijn idee, via hernieuwde (aandacht voor) ruimte voor het stelselmatig ontwerpen van informatievoorziening. Techno heeft ons zo langzamerhand op een ontwikkelingsniveau (annex problematiek) gebracht waarbij we opnieuw zullen moeten nadenken over waar het nu werkelijk om draait. Gewoon maar een beetje techno doorbuffelen werkt niet meer – zoals Dohmen in Jullie van IT leveren alleen maar technologie… zelf ook al signaleert. Dohmen geeft (in zijn commentaar) aan dat techno-socio-met-scope=organisatie wat hem betreft mooi genoeg is. Ik ben van mening dat hij daamee niet aan de techno-val ontsnapt en geen wezenlijke verbetering kan bewerkstelligen. Daarvoor zal toch echt dat stapje verder moeten worden gezet: naar socio – en dan laat de rest zich, tot ieders verbazing, veel natuurlijker invullen.
Het draait, naar mijn idee, zoals gezegd, eerst en vooral om personen in wisselende verbanden (bijv. een organisatie) met heel gevarieerde en ook alsmaar variërende informatiebehoeften. Vanuit een socio benadering vragen verschillende elementen dan om geheel nieuwe invulling. Één voorbeeld: is betekenis van informatie voor mensen (socio) absoluut of situationeel? Situationeel natuurlijk! En voor techno? Ehh… absoluut! Oeps…. Wat betekent dat voor de organisatie van informatie? En hoe gaan we situationeel veranderlijke betekenis van informatie middels techno vervolgens faciliteren? Dat zijn wezenlijke vragen en de antwoorden erop helpen ons op Weg uit Techno-val. Wie radicaal socio start krijgt qua techno een enorm gevarieerd en flexibel palet aan invullings- en toepassingsmogelijkheden. Ja, klopt: je gaat het pas zien als je het door hebt (Cruijff)!
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Een hele tijd geleden alweer raakten applicaties geperforeerd: via interfaces raakten ze intensief op elkaar betrokken. Dat bracht ons tot de vraag: Wat is een applicatie eigenlijk als ze allemaal via kluwens aan interfaces aan elkaar vastzitten? Daar bleef het niet bij. Ook organisaties raakten door en door geperforeerd. Interfaces (her)kennen nu eenmaal geen organisaties laat staan organisatiegrenzen. Dankzij technologie ontstonden ketens en netwerken – dwars door/over organisaties heen. Dat bracht en brengt een mens op enig moment tot de vraag: Wat is een organisatie eigenlijk als ze allemaal via ketens en/of netwerken aan elkaar vastzitten? En ook daar bleef/blijft het niet bij – van individueel naar lokaal naar regionaal en nationaal draaien we onze hand ook niet meer om voor de mondiale schaal. Tal van mensen in wisselende verbanden (bijv. organisaties) zijn dagelijks in touw met hun variërende en gevarieerde bezigheden (bijv. business).
Dat betekent, lijkt mij, dat wie vandaag de dag iets techno’s (een constructie) voor een bepaalde organisatie wil maken, stevig rekening dient te houden met veel en veel meer dan alleen maar die ene bepaalde organisatie. Anders gezegd: het ontwerpbereik dient vandaag de dag veel ruimer te zijn bemeten dan het constructiebereik. En dat is… Nieuw; zo doen we het vandaag in ieder geval niet! Vandaag de dag passen we het ontwerpbereik ‘doodgewoon’ aan op wat er qua constructie moet komen. Techno is leading.
Als we kijken naar de recente ontwikkelingen bij HetWaterschapshuis (oké, er zijn vast ook andere dingen misgegaan) zien we heel duidelijk dat het ontwerpbereik ten opzichte van het constructiebereik veel en veel te krap bemeten was. Techno was ook daar leading. Als socio leading was geweest… had er een totaal ander(e) programma/project(-ambitie) uit de hoed gekomen. En wie weet… wie weet had de (belangrijkste) opdrachtnemer al in een vrij vroeg stadium van de opdracht afgezien: niet (zinvol) uitvoerbaar.
Als de nodige informatievoorziening stelselmatig (lees: met ruim ontwerpbereik en door en door socio) zou zijn ontworpen… hadden er qua techno constructies uit de bus gekomen waarmee elk van de onderscheiden waterschappen op basis van één en dezelfde informatiebasis heel gevarieerd en op eigen wijze zouden zijn geholpen. Zoals gezegd: dat is Nieuw.
Ik sluit (bijna) af waar ik mee begon: De Weg uit Techno-val loopt, naar mijn idee, via hernieuwde (aandacht voor) ruimte voor het stelselmatig ontwerpen van informatievoorziening. Techno heeft ons zo langzamerhand op een ontwikkelingsniveau (annex problematiek) gebracht waarbij we opnieuw zullen moeten nadenken over waar het nu werkelijk om draait. Gewoon maar een beetje techno doorbuffelen werkt niet meer – zoals Dohmen in Jullie van IT leveren alleen maar technologie… zelf ook al signaleert. Dohmen geeft (in zijn commentaar) aan dat techno-socio-met-scope=organisatie wat hem betreft mooi genoeg is. Ik ben van mening dat hij daamee niet aan de techno-val ontsnapt en geen wezenlijke verbetering kan bewerkstelligen. Daarvoor zal toch echt dat stapje verder moeten worden gezet: naar socio – en dan laat de rest zich, tot ieders verbazing, veel natuurlijker invullen.
Het draait, naar mijn idee, zoals gezegd, eerst en vooral om personen in wisselende verbanden (bijv. een organisatie) met heel gevarieerde en ook alsmaar variërende informatiebehoeften. Vanuit een socio benadering vragen verschillende elementen dan om geheel nieuwe invulling. Één voorbeeld: is betekenis van informatie voor mensen (socio) absoluut of situationeel? Situationeel natuurlijk! En voor techno? Ehh… absoluut! Oeps…. Wat betekent dat voor de organisatie van informatie? En hoe gaan we situationeel veranderlijke betekenis van informatie middels techno vervolgens faciliteren? Dat zijn wezenlijke vragen en de antwoorden erop helpen ons op Weg uit Techno-val. Wie radicaal socio start krijgt qua techno een enorm gevarieerd en flexibel palet aan invullings- en toepassingsmogelijkheden. Ja, klopt: je gaat het pas zien als je het door hebt (Cruijff)!
Copyright (c) 2013 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).
Abonneren op:
Posts (Atom)