zondag 24 januari 2010

Xamenhang

Veel mensen letten primair op, zeg maar even, de afzonderlijke, de losse dingen om hen heen. Onderlinge samenhang, zo bevestigen zij vrijwel zonder uitzondering, is zeker ook van belang – maar staat niet voorop. Althans, niet bewust. Zij zien en beleven de wereld eerst en vooral als een ‘ding-ige’ wereld. En daarin zijn het de losse dingen die het steevaste vertrekpunt vormen voor handelen, spreken en denken.
En zolang al die ‘losse’ dingen ten opzichte van elkaar maar hun (stee)vaste plek blijven innemen, gaat dat ook goed. De samenhang is dan immers – zij het impliciet – geborgd.

Maar de wereld zoals wij die vandaag de dag kennen, is allesbehalve vast. Veel is simultaan in beweging en verandering. En voordat de ene verandering is uitgewerkt en de effecten ervan voldoende bekend en begrepen, manifesteert zich de volgende alweer. Dynamiek neemt hand over hand toe. Inderdaad, we leven in een uiterst boeiende tijd!
Tegelijk is het op die manier dat al die losse dingen om ons heen hun oude en vertrouwde vaste plaats verliezen. En dat zorgt voor verwarring; samenhang is steeds vaker ver te zoeken. We weten dan eigenlijk niet meer wat we ‘er’ (nog) aan hebben of wat we ‘er’ precies mee moeten. En als verwarring zich na enige tijd begint op te lossen, (b)lijkt de wereld opnieuw… veranderd.

De vaste en voorspelbare, weliswaar impliciete, samenhang van weleer… die is (bijna) niet meer. Anders geformuleerd: de oude en vertrouwde wereld van weleer… die is (bijna) niet meer. En het lijkt er sterk op dat we de grip (op die oude wereld) aan het verliezen zijn. Dat kan natuurlijk ook niet anders: die wereld is immers aan het verdwijnen. En toch… toch doen we ondertussen verwoede pogingen om verloren grip op oude wereld te herstellen.
Een hopeloze onderneming.
Want het aanvankelijk schoorvoetende, maar nu uiterst dominante hulpmiddel ICT, heeft een geweldige en ook radicale ontwikkeling in gang gezet. Een ontwikkeling die onze hedendaagse leefwereld kwalitatief veranderde en verder verandert. En als we Einstein mogen geloven, kunnen we de problemen waarmee we nu worden geconfronteerd niet oplossen met het denken en doen waaruit ze zijn voortgekomen.
We moeten, met andere woorden, een denksprong (door)maken om te kunnen zien dat we de verloren grip op een andere, volstrekt nieuwe manier moeten herwinnen. Hoe? We moeten de grotendeels impliciet gebleven samenhang – toen nog vast en zeker, maar inmiddels veranderlijk en voortdurend in beweging – eXpliciteren.

We hebben onze ICT-systemen ontworpen en geconstrueerd op basis van losse dingen in een toen nog vanzelfsprekend vaste samenhang. En die samenhang hebben we niet mee-ontworpen en ook niet mee-geconstrueerd. Die samenhang is in onze ICT-systemen dan ook… impliciet gebleven.
Dergelijke systemen verliezen hun bruikbaarheid als de werkelijkheid waarop ze zijn afgestemd haar oorspronkelijke samenhang verliest en met alsmaar toenemende dynamiek als het ware vloeibaar wordt. Het (ingrijpend) verbouwen van zulke systemen geeft weliswaar even lucht en verlichting, maar zet geen structurele zoden aan de dijk. Nee, dat loopt vroeger of later (in de praktijk: steeds vroeger) vast. Muurvast. Dat loopt steeds sneller uit op algehele redesign en/of nieuwbouw.
Onontkoombaar.

Wie werkelijk weer greep wil krijgen op de situatie, moet andere potjes op het vuur zetten. De inmiddels veranderlijke, maar nog steeds impliciete samenhang moet in onze systemen expliciet haar vaste plaats krijgen. Dat wat ooit vast was (en daardoor impliciet kon blijven)… is vandaag los en veranderlijk geworden. We moeten op zoek naar nieuwe vastigheid. Expliciet gemaakte samenhang – hoe dynamisch van aard ook – vormt die nieuwe vaste grond onder onze voeten.

Er is één probleem. Wie gaat het ons uitleggen?


Copyright (c) 2010 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.

woensdag 6 januari 2010

One size... fits all... (2)

Wie was het ook nog maar weer die dwars door zijn rijk tal van zogenaamde heirwegen aanlegde? Inderdaad, wie zijn troepen snel(ler), gemakkelijk(er) enzovoort over grote afstanden wil kunnen verplaatsen, heeft daar adequate voorzieningen voor nodig. Met visie zie je ze in je hoofd verschijnen. Met macht/geld zie je ze werkelijkheid worden. Bijkomstig (?) voordeel was dat iedereen er gebruik van kon maken – als men maar aan de kant ging als een deel van het heir passeerde (de verkeersregels, zeg maar). Vandaag de dag zijn karren, paarden, ruiters, pleisterplaatsen, smederijen enzovoort natuurlijk vervangen door modernere varianten, maar het basisidee staat nog steeds – zij het dat er nu gelukkig sprake is van evenwichtiger toegang.

Wie, bijvoorbeeld, naar Chipper/Chipknip (terug)kijkt, ziet eigenlijk hetzelfde gebeuren. Alleen… zijn er vandaag de dag veel meer (kleinere?) machthebbers die, in hevige onderlinge (wed)strijd verwikkeld, allemaal hun eigen heirwegen aanleggen. Dus zeg maar gescheiden fysieke verkeersinfrastructuren voor ambtenaren en burgers of voor vrachtwagens en personenauto’s.

Tussendoor: In onze inmiddels ingesleten ideeën over struggle for life, survival of the fittest en het wantrouwen wat daarmee hand in hand gaat, wordt strijd vaak als een onmisbaar element gepresenteerd. Daar hebben we allerhande jargon voor ontwikkeld: vrije marktwerking, (moordende) concurrentie enzovoort. Vrijwel niemand vraagt zich af of er wellicht ook terreinen zijn van, zeg maar even, Algemeen Belang. Dat zijn terreinen waarop we onszelf momenteel vaak suf concurreren, maar waar die concurrentie/strijd eigenlijk alleen maar handen vol (belasting)geld kost, schade toebrengt, frustratie oplevert en waar meerwaarde voor wie of wat dan ook ver te zoeken is. In termen van strijd zouden dergelijke terreinen tot een soort van gedemilitariseerde zones moeten worden omgebouwd. No combat zones die in het algemeen belang van alle belanghebbenden geheel nieuwe vormen van samenwerking, kostenbesparing enzovoort mogelijk maken. De ‘oude’ strijd raakt dan op een geheel andere leest geschoeid en met fonkelnieuw karakter voortgezet.

Niet dat de Chipper fout was en de Chipknip goed of andersom, maar het heeft gewoon geen maatschappelijk nut, geen maatschappelijke (meer)waarde om twee of meer van dat soort systemen te hebben. En één van de twee… verdween uiteindelijk.
Kijk naar de ‘nieuwe’ OV-chipcard. Daar waar iedereen al sinds jaar en dag met een bankpas inclusief chip rondloopt… komt er ‘gewoon’ weer een pas bij om over een paar jaar weer net zo hard te verdwijnen.

Door te herkaderen en te zoeken naar terreinen van algemeen belang, naar terreinen waarop onderlinge concurrentie/strijd geen waarde (meer) heeft, komen we op enkelvoudige infrastructurele oplossingen (one size…) waarmee tal van gebruikers op tal van manieren op tal van momenten tal van concurrerende activiteiten kunnen ontplooien (fits all…).

Voor onze enkelvoudige fysieke verkeersinfrastructuur (one size…) is het voor iedereen volstrekt helder dat er legio verschillende gebruiksmogelijkheden zijn voor legio verschillende mensen met legio verschillende doelen (fits all…). En er is niemand die dergelijke gevarieerde en variërende mogelijkheden nog wil missen.

Precies hetzelfde geldt voor de enkelvoudige digitale infrastructuur voor de verplaatsing van bits en bytes – het tegenwoordige Internet, zeg maar even. Met de ‘schier’ onbegrensde mogelijkheden ervan creëerden we een hoeveelheid data (doublures, inconsistent, …) die het voorstellingsvermogen van ieder van ons ver te boven gaat. We komen er (haast) in om! En ook dat leverde weer tal van nieuwe woorden op: keuzestress, informatie overload enzovoort.

Mede daardoor verschuift nu de behoefte aan alomtegenwoordige beschikbaarheid van data naar alomtegenwoordige beschikbaarheid van eenduidige betekenis van informatie. Dit om greep te krijgen op de alomtegenwoordige en al maar verder om zich heen grijpende verwarring en inconsistentie. En dat vereist opnieuw infrastructurele voorzieningen, maar nu op het vlak van heldere, eenduidige betekenis van informatie: noem het maar infrastructuur voor informatieverkeer. Dat komt, kort door de bocht, neer op een andere organisatie van onze informatie: organisatie tot eenduidige betekenis ervan.

En dat is nu misschien even reuze lastig om te vatten, maar over een jaar of wat wil niemand dat meer missen. Er is dan enkelvoudige infrastructurele informatie dat ons aller algemeen belang dient (one size…) met daarnaast lokaal bijzondere informatie; apart voor elke afzonderlijke deelnemer aan informatieverkeer om zich er naar believen en in concurrentie mee te onderscheiden (fits all…).


Copyright (c) 2010 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.