dinsdag 22 september 2009

Betekenis op de Agenda

Betekenis wordt nog vrijwel nergens als problematisch ervaren. Betekenis spreekt ‘immers’ voor zich en de meeste mensen gaan er dan ook schouderophalend aan voorbij. Betekenis? Eventuele onduidelijkheden bespreken we onderling – dat leidt tot wederzijds begrip en waar nodig tot nadere afspraken. En die afspraken, die betekenissen, leggen we vervolgens vast – in een (soort) woordenboek. Klaar! En zo is het ook.

Tegelijk is het ook weer een stuk ingewikkelder. Want betekenissen zijn natuurlijk lang zo statisch niet als zo’n woordenboek doet vermoeden. Betekenissen veranderen door de tijd heen. En met hedendaagse dynamiek in maatschappij en bedrijf veranderen betekenissen ook steeds sneller. Een ander punt is dat zo’n woordenboek lang niet alle nuances bevat die in menselijk verkeer zo doodgewoon zijn. Uitsluitend de meest gebruikte, de belangrijkste betekenissen raken erin opgenomen.
Zo’n woordenboek is daarmee per definitie incompleet en loopt altijd achter de actualiteit aan. Wij mensen weten dat wel en ‘vergeven’ woordenboek ruimhartig zijn traagheid. Onderling komen we wel tot de meest passende betekenis bij de onderhavige situatie. Dynamische (situationele) toekenning van betekenis is inherent aan ons mens-zijn. Het is op die manier dat we onze onderlinge communicatie zinvol en soepel gaande houden en ook vèrder komen. Niets bijzonders eigenlijk. Betekenis op de agenda? Wat is het probleem eigenlijk? Nee, er is wel meer te doen.

Jammer. Wel begrijpelijk vanuit onderling menselijk perspectief – maar jammer! Want zo missen we cruciale effecten van een in kwalitatieve zin veranderde en nog steeds veranderende maatschappij! In onze moderne informatiesamenleving raken onze menselijke contacten steeds intensiever gemedieerd door alsmaar meer ICT-systemen. Dat betekent dat veel van wat we elkaar – tegenwoordig in wereldwijde setting – proberen te vertellen, door middel van hele netwerken aan onderling gekoppelde ICT-systemen wordt overgebracht. Direct onderling menselijk contact verdwijnt op die manier naar de achtergrond en voor de door-en-door menselijke vraag “hoe bedoelt u” – in geval van onzekerheid over precieze bedoeling – is niet of nauwelijks tijd of ruimte meer. De volgende situatie met weer nieuwe informatie dient zich immers al weer aan en vraagt nu onze ‘onverdeelde’ aandacht.
Wie niet vlot tot juiste betekenis weet te komen, is niet (goed) in staat tot de meest doeltreffende acties te besluiten. En de vraag dringt zich dan ook op: Hoe goed (of slecht) zijn onze hedendaagse ICT-systemen in het adequaat overbrengen van door gebruikers (mensen dus) bedoelde betekenis?

Wat we ons niet/onvoldoende realiseren, is dat onze ICT-systemen op een volstrekt andere manier omgaan met betekenis dan wij, mensen, dat doen. Wij mensen stellen betekenis vast op basis van hetgeen zich aan ons voordoet. Wij mensen komen in een bepaalde situatie terecht en komen aansluitend tot betekenisgeving. En de toegekende betekenis is bepalend voor ons gedrag, onze acties. Heel dynamisch dus. En daar waar in hedendaagse dynamiek situaties ingewikkelder worden en ook sneller wisselen, wordt betekenis vluchtig en merkbaar situatieafhankelijk.
Onze ICT-systemen zijn echter gebaseerd op betekenis die op vóórhand is vastgelegd voor situaties die zijn vóórzien. Statisch dus. En die twee manieren van doen staan… haaks op elkaar.

Eigenlijk hebben onze huidige ICT-systemen veel weg van (statische) woordenboeken: ze lopen qua betekenissen (ver) achter op mensen die dynamisch tot toekenning van betekenis komen. En dat wordt een steeds groter probleem in modern bedrijf en hedendaagse informatiemaatschappij. Want zowel bedrijf als maatschappij draaien op een veel hoger ‘betekenistempo’ dan onze huidige ICT-systemen kunnen bijbenen. De betekenissen die onze huidige ICT-systemen ons bedoelen voor te schotelen wijken steeds sneller en ook sterker af van hetgeen wij mensen zelf dynamisch en actueel aan betekenis toekennen. Dat leidt tot verwarring bij mensen, daarna tot ònvoorzien menselijk gedrag vanuit het perspectief van ICT-systemen, aansluitend tot inconsistentie van informatie in die systemen en ten slotte tot verlies van betekenis van dergelijke systemen voor mensen.
Wie zit niet met enige regelmaat fronsend achter zijn/haar scherm te staren naar informatie die de klok weliswaar heeft horen luiden, maar toch echt niet weet waar de klepel hangt en scherpte mist? Wie vertrouwt er (nog) op dat ICT-systemen overeenkomstig uw bedoelingen (betekenissen) met de door u, naar beste eer en geweten verstrekte informatie omgaan? Tja, met dergelijke ICT-systemen kunnen mensen al vrij snel niet – zinvol – meer uit de voeten….

Daar komt nog eens bij dat ontwikkeling van dergelijke ICT-systemen steeds meer tijd in beslag neemt (terwijl verkorting ervan juist dringend gewenst is). Logisch: er moet in steeds meer onderling afhankelijke situaties worden vóórzien die de op vóórhand vastgestelde betekenissen van bijbehorende informatie steeds weer opnieuw onder grote druk zetten. Tegelijk neemt de onderhoudbaarheid ervan sterk af (terwijl we steeds afhankelijker worden van hun perfecte werking). Logisch: elke situatie die er bij komt, moet in combinatie met alle reeds bestaande situaties worden ingepast, gebouwd en getest. Ten slotte daalt ook de bruikbaarheid snel (terwijl mensen snakken naar ICT-systemen die naadloos aansluiten op hun werkelijkheid van nu). Logisch: tegen de tijd dat de ‘nieuwe’ situatie is ingebouwd… loopt die alweer achter op wat nu aan de orde van de dag is. Zo houden verwarring en inconsistentie krachtig aan. En dat loopt spaak! Toch?

Al met al is er meer dan voldoende reden betekenis van informatie (hoog) op de agenda te plaatsen. Daar waar beweeglijkheid in bedrijf en maatschappij sterk zijn toegenomen en nog steeds verder toenemen, ‘beweegt’ betekenis van informatie soepel mee en wordt als het ware vloeibaar.
In een dergelijke wereld, een wereld die in vrijwel niets meer lijkt op de zo stabiele ‘plek’ van – zeg – 1960/70 is heroriëntatie op betekenis geen keuze meer, maar noodzaak. Vaste zuilen en hiërarchieën die situaties annex betekenissen stevig op hun plek hielden, zijn nagenoeg geheel verdwenen. Ze maakten plaats voor snel en continue veranderende netwerken van relaties tussen wereldwijd verspreide en intensief communicerende mensen. En onze ICT-systemen zullen moeten leren vloeibaar geworden betekenis soepel en vlot over te brengen.

Die heroriëntatie houdt in dat betekenis-van-informatie het primaat krijgt. Dat leidt onvermijdelijk tot een nieuwe organisatie van informatie: een organisatie tot robuuste informatie-infrastructuur. Met zo’n informatie-infrastructuur – vergelijk het maar met infrastructuur voor fysiek verkeer – komt een veelheid aan mensen (middels ICT-systemen nieuwe stijl) op een veelheid aan manieren tot heel dynamisch gebruik van in wezen steeds dezelfde infrastructurele informatie. Uit ordelijk samenhangende informatie-infrastructuur haalt iedere deelnemer met zekerheid de informatie van zijn/haar gading – informatie met de, op dat moment, juiste betekenis en waarde.

Die heroriëntatie houdt, met andere woorden, in dat ICT-systemen (nieuwe stijl) de oermenselijke “hoe bedoelt u” vraag snel en gemakkelijk beantwoorden opdat juiste betekenis trefzeker kan worden toegekend en bedoelde activiteiten kunnen volgen. Zo houden we als mensen onze onderlinge – door ICT-systemen intensief gemedieerde – communicatie zinvol gaande en komen we vèrder.

Ja, klopt, dat is ‘even’ een klus, maar wie tijdig overstapt naar informatie-infrastructuur voorkomt daarmee ontwrichting van naderende Babylonische spraakverwarring. Informatie-infrastructuur is een uitstekende springplank naar uw en mijn volgende doorbraak in informatiesamenleving. Zet betekenis daarom prominent op uw agenda!


Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.

maandag 7 september 2009

Vloeibare organisatie aan zet

De wereld verandert waar we bij staan; nog elke dag nemen dynamiek en diversiteit toe. Vlot inspelen op dergelijke omstandigheden blijkt vaak lastig en lukt mondjesmaat. En de kansen die zich aandienen... zijn zo maar weer verkeken.
De mensen willen graag, maar het is allemaal zo ingewikkeld geworden. De organisatie kent haar omlijnde regels en vaste (cultuur)patronen. Veel van de ondersteunende ICT-systemen zijn complex – hun werking en onderlinge samenhang vormen voor menig mens een moeilijk raadsel. De ooit in systemen gestolde businessconcepten en werkwijzen sluiten veelal moeizaam aan op actuele behoeften van mensen in het hier en nu. We kennen het probleem vaak maar al te goed en uit eigen ervaring.

Wat we willen is dag in dag uit en in al onze denkbare en (snel) wisselende verbanden met elkaar verkeren en communiceren. Soepel en vlot. Altijd, overal en instantaan.

Steeds geavanceerdere technologie maakt dat ook daadwerkelijk mógelijk. En toch loopt, gek genoeg, dat onderlinge informatieverkeer maar al te vaak stroef en stroperig. Lang zo soepel en vlot niet als we op grond van de technologische ontwikkelingen van de afgelopen decennia verwachten! Verlangend naar meer vloeibaarheid, vertoont de organisatie daarentegen eerder de trekken van een stolsel dat stagnerend inwerkt op bloedsomloop annex leven in, met en van de organisatie.

Hoe krijgen we de organisatie vloeibaar? Wat is het dat verdere vooruitgang tegenhoudt? In hedendaagse dynamiek is soepele en vlot wendbare organisatie nodiger dan ooit!
Hoe worden we als die snelstromende rivier? Bruisend en vol gevarieerde actie. Een rivier die af en toe kolkend buiten haar oevers treedt waardoor – nadat ‘de rust’ is weergekeerd – haar bedding verlegd blijkt. Een bruisende rivier die in de bedding van het moment haar vaste, bruisende vorm heeft. Een bedding die doorgaans marginaal verandert, maar soms ook radicaal – om even daarna ‘als vanouds’ weer die snelstromende en bruisende rivier te ‘begeleiden’. Herkent u het? Het is de realistische en vertrouwenwekkende dynamiek van open systemen a la Ilya Prigogine.

In vloeibare organisatie ligt de nadruk sterker op organiseren (werkwoord) dan op de organisatie (zelfstandig naamwoord). En organiseren vindt haar basis in persoonlijke onderlinge relaties; in organiserende personen. In hedendaagse dynamiek en diversiteit organiseren personen simultaan vele, heel gevarieerde en ook wisselende relaties. Voortdurende wisselwerking dus – personen en hun onderlinge relaties. Zo creëren organiserende personen voortdurend vloeibare organisatie.
Organiserende personen drijven meer en meer op ad hoc samenwerken en ad hoc samenwerkingsverbanden. Organiserende personen werken continue en intrinsiek vanuit hun netwerk aan relaties en zijn dus intensief verbonden met de wereld, d.w.z. met andere organiserende personen: collega’s, klanten, overheid, partners, toeleveranciers enzovoort. Organiserende personen vertrouwen vast op de bestendigheid van hun dynamisch portfolio aan gevarieerde en variërende relaties. Organiserende personen weten dat die relaties deels buiten de eigen persoonlijke en directe invloedssfeer liggen. Organiserende personen weten ook dat de informatie over die relaties in nauwe samenhang met andere organiserende personen tot stand komt.

Van gesloten bedrijf/instelling naar open ecosysteem waarin tal van organiserende personen simultaan deel uitmaken van vele wisselende en beweeglijke waardeketens (netwerken zeg ook maar) die gemakkelijk meerdere organisaties doorsnijden. Vloeibare organisatie: verleg focus van organisatie naar organiseren. Dat geeft veerkracht en daarmee ook ongedachte slagkracht. Organiserende personen creëren vloeibare organisatie en vloeibare organisatie creëert op haar beurt handelingsruimte voor organiserende personen. Het is in die krachtige en zichzelf versterkende wisselwerking dat organiserende personen met genoegen het maximale manifest maken.

Onze (bureaucratische) organisaties zijn van voor naar achter en van hoog tot laag solide ingericht. Ingericht op zekerheid, op voorspelbaarheid, op standaards, op uniformiteit, op vastigheid. Als één brok zelfstandig naamwoord, zeg ook maar.
Intensief contact met hedendaagse dynamiek vraagt echter ook – en ook steeds nadrukkelijker – om vloeibaarheid. En vloeibaarheid vraagt om ruimte voor organiserende personen en hun relaties. Dat vraagt om loslaten. Loslaten van het zelfstandige naamwoord.
Wie niet durft los te laten, merkt dat wat in kramp wordt vastgehouden als (vloeibaar?) zand tussen vingers doorloopt. En wie zijn vuist, in reflex, nog steviger sluit, merkt tot eigen schrik bespoediging van al lopend proces. Maar wie, het klinkt paradoxaal, zelfstandig naamwoord in vertrouwen loslaat, krijgt daarvoor gegarandeerd een massa veelbelovende werkwoorden terug!

Hoe vloeibaar/vast wilt u zijn? Zo vloeibaar/vast als de voorliggende situatie vraagt. Soepel en vlot. Sneller dan de concurrentie. U wilt dag in dag uit en in al uw denkbare en (snel) wisselende relaties over en weer adequaat kunnen communiceren. En communiceren is organiseren. En organiseren is een werkwoord.

Nu is het zo dat we vandaag de dag leven in heuse informatiemaatschappij. Dat rechtvaardigt de vraag naar impact van vloeibare organisatie op informatievoorziening. Tja, die moet natuurlijk ook vloeibaar zijn! En dat betekent dat informatie zo gestructureerd dient te zijn dat ze naar behoefte – situationeel dus; d.w.z. ten behoeve van alle denkbare en (snel) wisselende relaties – beschikbaar komt voor organiserende personen. Anders gezegd: informatie moet zo gestructureerd zijn dat ze niet meer met vooraf vastgestelde betekenis – dat werkt niet meer, maar… met situationele betekenis – vloeibaar – aan komt ‘stromen’ ten behoeve van het onderhanden werk van organiserende personen in het hier en nu. De wereld verandert immers waar we bij staan….

Zoals we ons vertrekpunt verleggen van de organisatie naar organiseren; dus naar organiserende personen en hun relaties – zo verleggen we met betrekking tot informatie ons vertrekpunt van alles wat concreet voor handen/ogen is naar de relaties ertussen. Met betrekking tot die relaties kiezen we een fijnmazige informatiestructuur die voor alle betrokken organiserende personen voldoende betekenisvol en gemeenschappelijk is. Want alleen vanuit gemeenschappelijke betekenisgeving ‘stromen’ organiserende personen samen vruchtbaar vèrder!

Een dergelijke informatiestructuur noemen we ook wel informatie-infrastructuur. Zo’n structuur werkt immers als enkelvoudige voorziening van fijnmazige betekenissen voor een veelheid aan heel verschillende organiserende personen met heel gevarieerde en ook variërende belangen en dus relaties.

Uit gemeenschappelijke betekenis van informatie in enkelvoudige informatie-infrastructuur, combineren organiserende personen vanuit behoeften die voortkomen uit hun onderhanden werk de benodigde informatie. Dat lukt met gemeenschappelijke informatie-infrastructuur die organiserende personen situationeel ten dienste staat met informatie op maat (vloeibaar dus) over de relaties die door hen worden onderhouden. Zo biedt infrastructurele gemeenschappelijkheid alle ruimte tot de vloeibare informatie- en organisatiedynamiek van het moment.

Op basis van deze nieuwe informatie-oriëntatie ontstaan ook nieuwe applicatie-oriëntaties. Aan de ene kant van het spectrum ontstaan er de vaste, duurzame applicaties met een door en door (informatie-)infrastructureel karakter. Aan de andere zijde van datzelfde spectrum ontstaan de vloeibare, Kleenex-achtige, applicaties die intensief gebruik maken van enkelvoudige informatie-infrastructuur en vrij snel/gemakkelijk kunnen worden vervangen of aangepast als zich nieuwe omstandigheden aandienen die om nieuwe combinaties van dezelfde infrastructurele informatie vragen.

Ter eventuele geruststelling: het leeuwendeel van de informatie voor vloeibare organisatie is vast van karakter. Hedendaagse dynamiek eist echter wel dat die vastigheid op allerlei momenten en op een veelheid aan onvoorspelbare manieren beschikbaar is. En dat vereist op haar beurt een heel losse en fijnmazige organisatie van die vaste informatie tot infrastructurele informatieverzamelingen met voldoende gemeenschappelijke betekenis voor organiserende personen. Informatie-infrastructuur levert ongekende mogelijkheden voor onvoorzien en eindeloos gevarieerd (vloeibaar) combineren ten behoeve van tal van organiserende personen en hun onderlinge relaties tot vloeibare organisatie.

Vloeibare informatie uit vloeibare applicaties vergroot het potentieel tot vloeibare organisatie enorm! Het is immers op die manier dat organiserende personen dag in dag uit en in al hun denkbare en (snel) wisselende verbanden betekenisvol met elkaar kunnen verkeren en communiceren. Soepel en vlot. Altijd, overal en instantaan.
En dat niet alleen binnen de enkele organisatie, maar ook op veel ruimere schaal: in (wereldwijde) informatiemaatschappij – dus burgers, bedrijven en overheden sámen! In al hun gevarieerde en variërende onderlinge verbanden. Ook informatiemaatschappij gedijt het beste als open ecosysteem op vloeibare informatie op basis van solide informatie-infrastructuur ten behoeve van vele organiserende personen en hun relaties.

Vloeibare informatie tot vloeibare organisatie staat alvast uitbundig te wenken om wereldwijd door te breken met haar baanbrekende mogelijkheden. En de slag die we er mee kunnen slaan … is van dezelfde orde.

Waar wachten we eigenlijk nog op?


Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.