Betekenis wordt nog vrijwel nergens als problematisch ervaren. Betekenis spreekt ‘immers’ voor zich en de meeste mensen gaan er dan ook schouderophalend aan voorbij. Betekenis? Eventuele onduidelijkheden bespreken we onderling – dat leidt tot wederzijds begrip en waar nodig tot nadere afspraken. En die afspraken, die betekenissen, leggen we vervolgens vast – in een (soort) woordenboek. Klaar! En zo is het ook.
Tegelijk is het ook weer een stuk ingewikkelder. Want betekenissen zijn natuurlijk lang zo statisch niet als zo’n woordenboek doet vermoeden. Betekenissen veranderen door de tijd heen. En met hedendaagse dynamiek in maatschappij en bedrijf veranderen betekenissen ook steeds sneller. Een ander punt is dat zo’n woordenboek lang niet alle nuances bevat die in menselijk verkeer zo doodgewoon zijn. Uitsluitend de meest gebruikte, de belangrijkste betekenissen raken erin opgenomen.
Zo’n woordenboek is daarmee per definitie incompleet en loopt altijd achter de actualiteit aan. Wij mensen weten dat wel en ‘vergeven’ woordenboek ruimhartig zijn traagheid. Onderling komen we wel tot de meest passende betekenis bij de onderhavige situatie. Dynamische (situationele) toekenning van betekenis is inherent aan ons mens-zijn. Het is op die manier dat we onze onderlinge communicatie zinvol en soepel gaande houden en ook vèrder komen. Niets bijzonders eigenlijk. Betekenis op de agenda? Wat is het probleem eigenlijk? Nee, er is wel meer te doen.
Jammer. Wel begrijpelijk vanuit onderling menselijk perspectief – maar jammer! Want zo missen we cruciale effecten van een in kwalitatieve zin veranderde en nog steeds veranderende maatschappij! In onze moderne informatiesamenleving raken onze menselijke contacten steeds intensiever gemedieerd door alsmaar meer ICT-systemen. Dat betekent dat veel van wat we elkaar – tegenwoordig in wereldwijde setting – proberen te vertellen, door middel van hele netwerken aan onderling gekoppelde ICT-systemen wordt overgebracht. Direct onderling menselijk contact verdwijnt op die manier naar de achtergrond en voor de door-en-door menselijke vraag “hoe bedoelt u” – in geval van onzekerheid over precieze bedoeling – is niet of nauwelijks tijd of ruimte meer. De volgende situatie met weer nieuwe informatie dient zich immers al weer aan en vraagt nu onze ‘onverdeelde’ aandacht.
Wie niet vlot tot juiste betekenis weet te komen, is niet (goed) in staat tot de meest doeltreffende acties te besluiten. En de vraag dringt zich dan ook op: Hoe goed (of slecht) zijn onze hedendaagse ICT-systemen in het adequaat overbrengen van door gebruikers (mensen dus) bedoelde betekenis?
Wat we ons niet/onvoldoende realiseren, is dat onze ICT-systemen op een volstrekt andere manier omgaan met betekenis dan wij, mensen, dat doen. Wij mensen stellen betekenis vast op basis van hetgeen zich aan ons voordoet. Wij mensen komen in een bepaalde situatie terecht en komen aansluitend tot betekenisgeving. En de toegekende betekenis is bepalend voor ons gedrag, onze acties. Heel dynamisch dus. En daar waar in hedendaagse dynamiek situaties ingewikkelder worden en ook sneller wisselen, wordt betekenis vluchtig en merkbaar situatieafhankelijk.
Onze ICT-systemen zijn echter gebaseerd op betekenis die op vóórhand is vastgelegd voor situaties die zijn vóórzien. Statisch dus. En die twee manieren van doen staan… haaks op elkaar.
Eigenlijk hebben onze huidige ICT-systemen veel weg van (statische) woordenboeken: ze lopen qua betekenissen (ver) achter op mensen die dynamisch tot toekenning van betekenis komen. En dat wordt een steeds groter probleem in modern bedrijf en hedendaagse informatiemaatschappij. Want zowel bedrijf als maatschappij draaien op een veel hoger ‘betekenistempo’ dan onze huidige ICT-systemen kunnen bijbenen. De betekenissen die onze huidige ICT-systemen ons bedoelen voor te schotelen wijken steeds sneller en ook sterker af van hetgeen wij mensen zelf dynamisch en actueel aan betekenis toekennen. Dat leidt tot verwarring bij mensen, daarna tot ònvoorzien menselijk gedrag vanuit het perspectief van ICT-systemen, aansluitend tot inconsistentie van informatie in die systemen en ten slotte tot verlies van betekenis van dergelijke systemen voor mensen.
Wie zit niet met enige regelmaat fronsend achter zijn/haar scherm te staren naar informatie die de klok weliswaar heeft horen luiden, maar toch echt niet weet waar de klepel hangt en scherpte mist? Wie vertrouwt er (nog) op dat ICT-systemen overeenkomstig uw bedoelingen (betekenissen) met de door u, naar beste eer en geweten verstrekte informatie omgaan? Tja, met dergelijke ICT-systemen kunnen mensen al vrij snel niet – zinvol – meer uit de voeten….
Daar komt nog eens bij dat ontwikkeling van dergelijke ICT-systemen steeds meer tijd in beslag neemt (terwijl verkorting ervan juist dringend gewenst is). Logisch: er moet in steeds meer onderling afhankelijke situaties worden vóórzien die de op vóórhand vastgestelde betekenissen van bijbehorende informatie steeds weer opnieuw onder grote druk zetten. Tegelijk neemt de onderhoudbaarheid ervan sterk af (terwijl we steeds afhankelijker worden van hun perfecte werking). Logisch: elke situatie die er bij komt, moet in combinatie met alle reeds bestaande situaties worden ingepast, gebouwd en getest. Ten slotte daalt ook de bruikbaarheid snel (terwijl mensen snakken naar ICT-systemen die naadloos aansluiten op hun werkelijkheid van nu). Logisch: tegen de tijd dat de ‘nieuwe’ situatie is ingebouwd… loopt die alweer achter op wat nu aan de orde van de dag is. Zo houden verwarring en inconsistentie krachtig aan. En dat loopt spaak! Toch?
Al met al is er meer dan voldoende reden betekenis van informatie (hoog) op de agenda te plaatsen. Daar waar beweeglijkheid in bedrijf en maatschappij sterk zijn toegenomen en nog steeds verder toenemen, ‘beweegt’ betekenis van informatie soepel mee en wordt als het ware vloeibaar.
In een dergelijke wereld, een wereld die in vrijwel niets meer lijkt op de zo stabiele ‘plek’ van – zeg – 1960/70 is heroriëntatie op betekenis geen keuze meer, maar noodzaak. Vaste zuilen en hiërarchieën die situaties annex betekenissen stevig op hun plek hielden, zijn nagenoeg geheel verdwenen. Ze maakten plaats voor snel en continue veranderende netwerken van relaties tussen wereldwijd verspreide en intensief communicerende mensen. En onze ICT-systemen zullen moeten leren vloeibaar geworden betekenis soepel en vlot over te brengen.
Die heroriëntatie houdt in dat betekenis-van-informatie het primaat krijgt. Dat leidt onvermijdelijk tot een nieuwe organisatie van informatie: een organisatie tot robuuste informatie-infrastructuur. Met zo’n informatie-infrastructuur – vergelijk het maar met infrastructuur voor fysiek verkeer – komt een veelheid aan mensen (middels ICT-systemen nieuwe stijl) op een veelheid aan manieren tot heel dynamisch gebruik van in wezen steeds dezelfde infrastructurele informatie. Uit ordelijk samenhangende informatie-infrastructuur haalt iedere deelnemer met zekerheid de informatie van zijn/haar gading – informatie met de, op dat moment, juiste betekenis en waarde.
Die heroriëntatie houdt, met andere woorden, in dat ICT-systemen (nieuwe stijl) de oermenselijke “hoe bedoelt u” vraag snel en gemakkelijk beantwoorden opdat juiste betekenis trefzeker kan worden toegekend en bedoelde activiteiten kunnen volgen. Zo houden we als mensen onze onderlinge – door ICT-systemen intensief gemedieerde – communicatie zinvol gaande en komen we vèrder.
Ja, klopt, dat is ‘even’ een klus, maar wie tijdig overstapt naar informatie-infrastructuur voorkomt daarmee ontwrichting van naderende Babylonische spraakverwarring. Informatie-infrastructuur is een uitstekende springplank naar uw en mijn volgende doorbraak in informatiesamenleving. Zet betekenis daarom prominent op uw agenda!
Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
dinsdag 22 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten