dinsdag 27 maart 2012

Van rommeltje naar stelselmatig informatieverkeer

Misschien… misschien blijft het wel altijd een rommeltje rondom informatie-uitwisseling. Ik probeer het u uit te leggen. Stel: drie partijen, A, B en C willen onderling informatie uitwisselen rondom een bepaald begrip, zeg X. Elk van de drie partijen heeft, uiteraard, een eigen idee over X. Er zijn verschillen; er zijn ook overeenkomsten in betekenis-van-X. Met een zgn. Venn-diagram [1] laat zich dat heel aanschouwelijk uittekenen:
De overeenkomst in betekenis in betekenis voor A, B en C ‘zit’ helemaal in het centrum van de drie cirkels: dat kleine ‘driehoekje’ in het midden. En de meer en mindere verschillen in betekenis-van-X ‘zitten’ keurig netjes verdeeld over de overige, omliggende partjes in het diagram.

Dan gebeurt er iets Hoogst Merkwaardigs. Die zo ordelijk samenhangende betekenisdistributie wordt alom als een… rommeltje, als onwerkbaar ervaren. En welhaast automatisch – zonder enige vorm van discussie of kritiek – wordt die zo ordelijk samenhangende betekenisdistributie weggemoffeld en zoekt men gedreven naar één uniforme betekenis-van-X.
Als dat ‘evenwichtig’ lukt, komt er een gemiddelde betekenis-van-X uit de bus die – per definitie – geen van de partijen past. Meestal is één van de partijen echter dominant en dringt haar eigen betekenis aan andere deelnemers op. En ook dat vertrekpunt is verre van ideaal voor duurzame en/of vruchtbare samenwerking.
Er zijn natuurlijk meer varianten-tot-uniformering te bedenken, maar waar het steeds op neer komt is dat betekenis van informatie… Absoluut verondersteld wordt. In alle gevallen streeft men immers naar één absolute geldige betekenis-van-X voor alle partijen. En in al die gevallen kan geen van de individuele partijen er mee werken – laat staan onderling samenwerken! Dat gebeurt in de praktijk dan ook niet. Nee, in de dagelijkse praktijk werkt iedere partij gewoon door volgens de eigen opvattingen over X. Alleen de IT-systemen werken ‘consequent’ volgens de afgesproken uniforme betekenis-van-X. En niemand die zich er druk over maakt. Niemand! Is dat niet Hoogst Merkwaardig? Ja, zelfs Verontrustend?!

En daarom… daarom denk ik dat het eigenlijk altijd wel een rommeltje zal blijven rondom informatie-uitwisseling. Of het ook anders kan/moet, vraagt u? Ja, dat kàn! En, ja, dat móet naar mijn idee ook! Hoognodig zelfs. Maar om de één of andere reden komt zo’n boodschap (nog) niemand gelegen. Ik probeer het u uit te leggen.

Laten we het aantal partijen eens fors uitbreiden: we voegen de partijen D t/m Z toe. Daarmee neemt het aantal cirkels in het Venn-diagram flink toe en wordt dat kleine vlakje – helemaal in het midden – steeds kleiner. En het duurt natuurlijk niet lang voordat het centrum helemaal leeg en betekenisloos is. Logisch: hoe meer partijen rondom X, hoe meer geldige betekenissen voor X, hoe minder volkomen overeenkomst in betekenis voor X resteert. Het aantal reële betekenisnuances (de omliggende partjes) neemt daarentegen behoorlijk toe.

Laten we dat lege centrum nu eens opvatten als de, zeg maar even, as van een fietswiel: Als de spil waaromheen alle meer en mindere verschillen in betekenis-van-X soepel ‘draaien’ en tegelijk ook hun eigen vaste plek hebben. Op die manier erkennen we voluit alle afzonderlijke, deels verschillende/overeenkomende betekenissen en houden we ze tegelijk ordelijk samenhangend bij elkaar rond die X-as. Betekenis van informatie zien we niet langer als absoluut (lees ook: uniform verdeeld over het hele fietswiel), maar als contextueel: wat X precies betekent, hangt af van haar positie in het verband van het fietswiel (het precieze partje in het Venn-diagram). Zoals we in het Venn-diagram al zagen, zo zien we ook in het fietswiel de betekenisdistributie rondom X (de X-as) ordelijk samenhangend weerspiegeld.

En het is natuurlijk zonneklaar dat waar partijen verschil in betekenis van X hanteren… ze wat die verschillen aangaat niet kunnen communiceren/samenwerken. Uitwisseling van dergelijke informatie is ronduit zinloos. Partijen kunnen alleen samenwerken – tot zinvolle uitwisseling van informatie komen – daar waar betekenis onderling overeenkomt, dus voor zover zij eenzelfde betekenis-van-X hanteren.
Het zal duidelijk zijn dat elk mogelijk samenwerkingsverband een eigen en uniek deel van de totale, ordelijk samenhangende, betekenisdistributie van X aanspreekt. Anders gezegd: elk samenwerkingsverband kent een eigen, unieke overeenkomsten/verschillen-mix m.b.t. X.

Gangbare methoden voor informatiemodellering kunnen daar niet mee uit de voeten. Logisch, want die zijn gegrond op absolute, geüniformeerde betekenis van informatie. Het is precies om die reden dat kwalitatief àndere methoden voor informatiemodellering Noodzakelijk zijn. Methoden die verschillen en overeenkomsten in betekenis – de betekenisdistributie, zeg ook maar – in één model ordelijk samenhangend tot uitdrukking kunnen brengen.

Zo’n denk- annex doe-stap, van uniform naar betekenisdistributie, zeg maar even, blijkt reuze moeilijk. Begrip, aanvaarding en vervolgens ook toepassing van zo’n kwalitatief nieuw inzicht geeft gedoe en onzekerheid. Vraag maar aan Galileï en Copernicus. Liever dan nieuw inzicht te omarmen, aarzelen we, net als de kerk destijds, en blijven we doormodderen met oude en vertrouwde ideeën annex ‘proven technology’.

En daarom… daarom denk ik dat het eigenlijk altijd wel een rommeltje zal blijven rondom informatie-uitwisseling. Maar ondertussen kàn het al wel ànders! Ik probeer het u uit te leggen.

Er bestáát ten minste één methode voor stelselmatige informatiemodellering: Metapattern [2]. Met Metapattern modelleert u elke X zodanig dat elke willekeurige partij, A tot en met Z, en elk willekeurig samenwerkingsverband van partijen onderling betekenisvol hun situationele versie van X kunnen uitwisselen. Ook bestáát er een implementatie in software voor Metapattern: Knitbits [2]. Het kàn dus al wel anders. We kùnnen al aan de slag met stelselmatige opzet van ons informatieverkeer.


Noten:
[1] Zie bijv. Wiki: http://en.wikipedia.org/wiki/Venn_diagram.
[2] Zie voor verdere doorverwijzing naar Metapattern en Knitbits bijv. de korte bijdrage op Information-Roundabout: http://information-roundabout.eu/articles/metapattern/ .

Copyright (c) 2012 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).

donderdag 22 maart 2012

Gezocht: methode voor informatiemodellering volgens informatierelativiteitstheorie

Ach, u kent het wel. Wat iets betekent hangt sterk af van de situatie waarin u het tegenkomt. Zo kan muis verwijzen naar een viervoetertje, naar een computerapparaatje, naar een deel van uw hand en ook wel naar een (wat) grijs/saai persoon.
Als mensen onder elkaar kunnen we ‘de boel’ qua betekenissen heel aardig uit elkaar houden. En in een voorkomend geval vragen we gewoon: “Hoe bedoelt u?” Met wat extra uitleg komen we er dan samen wel uit.
Betekenis van informatie is, iets formeler gezegd: situationeel. Wat we eigenlijk allang wisten, is ons via wetenschap – zo’n halve eeuw terug alweer – vanuit o.a. sociale psychologie aangetoond. Met Einstein in de buurt zouden we het maar zo kunnen hebben over de relativiteit van betekenis van informatie.

Tot zover deze uiterst summiere inleiding op, zeg maar even, informatierelativiteitstheorie. Laten we onze bespiegeling vervolgen en denkstap naar methoden voor informatiemodellering zetten. Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: Kent u een methode die om kan gaan met de voor ons, mensen, zo doodgewone informatierelativiteit? Anders gezegd, kent u een methode voor informatiemodellering die informatie van situationeel verschillende betekenis ordelijk samenhangend in één model weet te vatten?

Wat de zin daarvan is, vraagt u?

Goed. Laat ik beginnen met toe te geven dat informatiemodellering per aparte (probleem)situatie Common Practice is. En, klopt, per strikt aparte (probleem)situatie is betekenis van informatie niet problematisch – ook niet volgens de informatierelativiteitstheorie (zie hierboven). Het overgrote deel van de methoden voor informatiemodellering blijkt (dan ook) prima te kunnen voorzien in modellen-annex-betekenissen-per-aparte-situatie. Taalspel a la Wittgenstein. Op de schaal (bereik) van de enkele, strikt aparte toepassing is zo’n methode voor informatiemodellering wel aan de maat.

Serieuze problemen ontstaan wanneer dergelijke strikt aparte modellen annex toepassingen samen moeten gaan werken. Op die al wat ruimere schaal is interoperabiliteit domweg geboden. Op die schaal lopen meerdere taalspelen door elkaar en moeten betekenissen onderling zijn afgestemd opdat… opdat de menselijke gebruikers van al die onderscheiden toepassingen er werkelijk zinvol mee zijn ondersteund. En precies daar, al vanaf die wat ruimere schaal, de schaal van samenwerkende toepassingen… daar reiken gangbare methoden voor informatiemodellering niet ver genoeg en grijpen we ermee… mis.

Inmiddels staat onze wereld afgeladen vol met aparte èn onderling veelvuldig gekoppelde toepassingen. Met serieuze problemen – zeg ook maar. Onze traditionele maatschappij veranderde in slechts enkele decennia tijd in full blown informatiemaatschappij. En daarmee groeide het vereiste bereik voor informatieverkeer reëel door tot maar liefst maatschappelijke (en zelfs wereldwijde) schaal. En daar, op die maatschappelijke schaal, kunnen we met gangbare methoden voor informatiemodellering al helemaal niets meer beginnen. Nee, om informatieverkeer op maatschappelijks schaal betekenisvol te kunnen modelleren (en via toepassingen te faciliteren)… móet informatie volgens vele reëel verschillende situaties ordelijk samenhangend, stelselmatig zeg ook maar, in kaart kunnen worden gebracht.

Kent U een methode voor informatiemodellering die informatie van situationeel verschillende betekenis ordelijk samenhangend in één model samen weet te brengen? Een modelleringsmethode die zowel overeenkomsten als verschillen in betekenis van informatie in één klap samen in kaart brengt – zonder dat ‘de boel’ door elkaar loopt?

Noot:
Voor zover auteur van deze blog weet… bestaat er op heden één methode voor stelselmatige informatiemodellering: Metapattern.

Copyright (c) 2012 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Alle publicaties op deze site zijn gebaseerd op mijn eigen opvattingen. Ze vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten en het beleid van mijn werkgever(s).

woensdag 7 maart 2012

Iets federatiefs gaan doen...

“[…] hoe kunnen we de samenwerking tussen zelfstandige bedrijfsonderdelen of partners ondersteunen? [...]” Één van de vragen die Marlies Steenbergen en Bob te Riele stellen op het Via Nova Architectura Open Space forum – kortweg VOS forum [0].

Om te kunnen samenwerken, moeten actoren – of ze nu tot hetzelfde ‘verband’ behoren of niet – elkaar niet alleen kunnen waar-nemen (elkaars Zijn Zien)… ze moeten elkaar vooral ook kunnen be-grijpen (elkaars Zin, waar-de Zien) [1]. Goed be-grip is de beste start voor manifestatie van gewenst gedrag.

Eigenlijk gaat het dus om pragmatische interoperabiliteit als voorwaarde voor samenwerken. En semantische interoperabiliteit telt weer als voorwaarde voor pragmatische interoperabiliteit. Technische interoperabiliteit, tot slot, is weer voorwaarde voor semantische interoperabiliteit [2]. Syntax, semantiek en pragmatiek – zeg ook maar. Samen ook wel: Semiotiek.

Qua techniek is er inmiddels allang geen probleem meer. We ‘knopen’ tegenwoordig zo’n beetje alles in een handomdraai aan elkaar. Dat kunnen we, helaas, nog lang niet zeggen als het gaat om het elkaar be-grijpen. Be-grijpen tot bedoeld gedrag, tot Zin-volle samenwerking wel te verstaan.

Antwoord op de vraag “hoe kunnen we de samenwerking tussen zelfstandige bedrijfsonderdelen of partners ondersteunen?” ligt momenteel nog altijd goed verstopt in ons Onvermogen informatie zodanig te presenteren dat ontvangers optimaal worden ondersteund om tot bedoelde betekenis te komen. En de oorzaak dáár weer van is-um gelegen in ons Onvermogen informatie zodanig te ordenen dat betekenis er – van situatie tot situatie – ‘automatisch’ van af spat.

Wat nodig is… is dat we, zoals Marlies m.i. terecht aangeeft, iets… federatiefs gaan doen. We moeten dus ‘gewoon’ heldhaftig buiten de ons zo vertrouwde lichtcirkel van het eigen ‘verband’ treden. In een ander Zijn stappen om te Zien wat de Zin ervan kan zijn [1].

Als we dat doen… zien we al snel dat betekenis van informatie niet langer vanuit één partij (traditioneel: het eigen ‘verband’) kan worden gedicteerd, maar steeds in onderling evenwicht tot stand moet komen. Oei. Betekenis blijkt dan, net als in de echte mensenwereld, niet absoluut van aard, maar door en door situationeel. Ieder ‘verband’ heeft zo haar eigen ‘gelijk’. Dat is voor de sociale psychologie alweer zo’n 50 jaar gesneden koek; in de IT lusten ze daar nog altijd geen brood van. Dat ‘oude’ nieuws moet daar nog altijd landen en een voet tussen de deur krijgen.

Toch moeten we langzaam maar zeker iets federatiefs, iets netwerk-achtigs, iets stelselmatigs gaan uitproberen. Tot effectieve/efficiënte overdracht van bedoelde betekenis – tot samenwerkingsgedrag. In moderne informatiemaatschappij – lees vooral ook: dat verband van vele wisselende verbanden – is nu eenmaal alles (in handomdraai) met elkaar verbonden. En loopt mede daardoor ook ‘gewoon’ door elkaar heen. En daarom…

Daarom is stelselmatige informatieordening nodig. Zo’n ordening leidt tot situationele betekenis van informatie. Situationeel heldere betekenis van informatie leidt optimaal tot bedoeld gedrag (samenwerking). Zo’n ordening is bij uitstek geschikt voor toepassing van informatie in beweeglijk netwerk’verband’ (zo je wilt: keten van ketens). Zo’n ordening is tegelijk ook infrastructureel van aard zowel binnen als tussen welke ‘verbanden’ dan ook maar toepasbaar.

Wie gaat dat betalen? Tja, met infrastructuur is het nog altijd zo dat iedereen het altijd en overal wil gebruiken en dat niemand er (in z’n eentje) voor wil bloeden. Wat we nodig hebben is een maatschappijbrede infrastructuur voor informatieverkeer. Voor burgers, bedrijven en overheidsinstanties. Nodig is dat we allemaal evenwichtig deelnemer worden aan informatieverkeer. Vergelijkbaar met fysiek verkeer. Wie gaat dat betalen? De belastingbetaler. Wie gaat zoiets aanleggen? De overheid. Wie gaat zo’n informatie-infrastructuur ontwerpen? Civiel informatiekundigen. Oeps… die zijn er (nog) niet of nauwelijks. De opleidingen ervoor? Die ontbreken nog en masse. Ja, hoogste tijd, dus, om iets federatiefs te gaan doen!

Noten:
[0] Zie evt. VOS vraag: federatieve architectuur op Via Nova Architectura.
[1] Zie evt. De Zin van Zijn gaan Zien op Via Nova Architectura.
[2] Zie evt. de Slideshare presentatie Human Interoperability.

Copyright (c) 2012 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.