donderdag 8 oktober 2009

Beeldbrekend werk

Wie met ontwerp en bouw van een informatiesysteem te maken krijgt, komt al snel in aanraking met zoiets als een “glossary”. Dat is een soort woordenboek waarin de belangrijkste termen met betrekking tot dat informatiesysteem worden vastgelegd en gedefinieerd. Voor een klein en geïsoleerd systeem levert dat doorgaans geen problemen op. Maar als zo’n systeem enige omvang heeft en in verbinding staat met levendige omgeving (en voor welk systeem geldt dat eigenlijk niet?), roeren zich al snel meerdere belangengroepen – elk met afwijkende opvattingen over de betekenis van veel termen. En dat vinden we lastig.

Want volgens onze, via gedegen opleiding, verkregen opvattingen moeten we die afwijkende betekenissen op één lijn zien te krijgen. In zo’n informatiesysteem moet de betekenis van elke term immers eenduidig vastliggen – nietwaar?
Goede raad is duur. Dat draait doorgaans uit op, zoals dat zo mooi heet, polderen. Al dan niet met de inbreng van enkele ‘business representatives’ leidt dat uiteindelijk tot een verzameling van ‘gemiddelde’ glossarydefinities die officieel wordt goedgekeurd, maar door geen enkele individuele belanghebbende wordt gepraktiseerd. Al met al een merkwaardige gang van zaken.
Want die officiële gemiddelde betekenis telt ondertussen wel als doorslaggevend voor het toekomstig gedrag van dat nieuwe informatiesysteem! En dat wringt: het spoort immers niet met de afwijkende betekenissen die de onderscheiden belanghebbenden in hun dagelijkse praktijk hanteren. Dat leidt straks geheid tot onbegrip, irritatie en inconsistentie.

Hoewel het in de gewone mensenwereld doodgewoon is dat betekenis (van termen) niet op voorhand vastligt, maar steeds weer opnieuw met de specifieke situatie genuanceerd vorm krijgt… lijken we dat besef als bij toverslag kwijt te zijn zodra we aan de slag gaan met ontwerp en bouw van een informatiesysteem.
Betekenis die in de mensenwereld situationeel en dynamisch ontstaat – achteraf dus, moet (?) zodra we aan de slag gaan met een informatiesysteem vooraf en statisch worden vastgelegd. Dat houdt in dat al tijdens het ontwerp van een informatiesysteem alle denkbare situaties moeten kunnen worden vóórzien. Klopt: dat lukt vandaag de dag – we leven in moderne informatiemaatschappij – geen mens meer.
Daarom zijn onze hedendaagse informatiesystemen al snel (en ook steeds sneller) aan (groot) onderhoud toe. Nieuwe en nog niet voorziene situaties moeten immers worden ingebouwd. En al vlug hebben we binnen dat informatiesysteem te maken met een veelheid aan situaties die niet (goed) meer van elkaar zijn te onderscheiden. De binnen het informatiesysteem in absolute zin gehanteerde gemiddelde betekenissen passen immers niet langer bij die verscheidenheid aan situaties. De spreekwoordelijke schoen begint ernstig te wringen en scheurvorming doet haar intrede. Dat leidt tot groeiend onbegrip, stijgende irritatie en toenemende inconsistentie. Niet alleen bij de belanghebbenden, maar ook bij systeemontwikkelaars.

De vraag is natuurlijk waarom niemand zich afvraagt waarom betekenissen eigenlijk op vóórhand vàst móeten liggen in onze informatiesystemen. Vaste betekenis staat ver af van onze dagelijkse oermenselijke praktijk. Er is geen mens die er mee uit de voeten kan. Waarom sluiten we met onze informatiesystemen eigenlijk niet ‘gewoon’ aan bij de manier waarop mensen tot betekenisgeving komen?

Wat nodig is, is een soort beeldenstorm. Oude en eens zo succesvolle beelden moeten worden afgebroken om plaats te maken voor nieuwe. Dat is extra lastig omdat het hier gangbare en ooit functionele denkbeelden betreft. En wij, mensen, laten dergelijke denkbeelden – ook al zijn ze inmiddels aantoonbaar disfunctioneel geworden – maar o zo moeilijk los. Zelfs tegen beter weten in houden we er aan vast – zoals een drenkeling zich in koud zeewater aan een stuk wrakhout vastklemt. De afloop is voorspelbaar.

Ruim baan daarom voor beeldbrekend werk. Als sloophamer telt een ontvankelijke geest. De bereidheid om een trein aan nieuwe gedachten en denkbeelden onbevangen en zonder vooroordelen toe te laten zonder ze gelijk te doorzeven met salvo’s oud en vertrouwd denken.

Wie serieus de moeite neemt om de crux van menselijke betekenisgeving werkelijk te doorgronden… die ziet dat we met hedendaagse technologie uitstekend informatiesystemen kunnen bouwen waarmee informatie op contextuele en dynamische wijze voor mensen beschikbaar komt. Zo’n systeem levert keer op keer en op het juiste moment informatie op maat zodat mensen er de juiste betekenis aan toe kunnen kennen. En dat laatste is voor mensen een voorwaarde om te kunnen komen tot bedoelde activiteit.

Dergelijke systemen zijn ànders van opzet. Ze gaan ook ànders met informatie om. Want de informatie zelf is immers ànders geordend: contextueel. Logisch, want die nieuwe informatiesystemen zijn immers gebaseerd op heel ànder denken over informatie annex menselijke betekenisvorming.
Dergelijke systemen betekenen een enorme doorbraak voor geautomatiseerde informatievoorziening. Zo komt er werkelijk schot in onze informatiesamenleving! En daar varen bedrijven, burgers en overheden wel bij. Ja, klopt, je moet er wel een aantal oude beelden voor breken. Maar wie die moeite neemt, krijgt er veel – erg veel – voor terug. Beeldbrekend werk kan, nee, moet, vandaag nog beginnen. Wacht er niet mee; het water is te koud.


Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.

Geen opmerkingen: