maandag 10 augustus 2009

Barensnood

In Post-capitalist Society (1993) wijst Peter Drucker op het unieke kenmerk van markteconomie: de economische activiteiten zijn er georganiseerd rond … informatie. Nu is dat voor onderling menselijk verkeer eigenlijk altijd al het geval geweest, maar Drucker doelt ongetwijfeld op het sterk toegenomen belang van informatie bij het opzetten en afwikkelen van economische activiteiten in een steeds omvangrijker en ook veranderlijker leef/werkwereld. Informatie over geld, transacties, mensen, goederen enzovoort flitst met ‘lichtsnelheid’ rond de aardbol. Wie staat daar nog bij stil?
In 2001 maakt Donald Marchand c.s. in Information Orientation melding van ‘information ubiquity’ in een ‘information age’ waarin vrijwel iedereen toegang heeft tot een (over)vloed aan ‘business and economic data’ afkomstig uit een veelheid aan communicatiekanalen. Business analisten/strategen werken zich dan al het schompes om juiste informatie tijdig uit te filteren met het oog op concurrentievoordeel. Nee, Marchand is niet de eerste of de laatste die daar de vinger bij legt; wel wijst hij op een ernstig tekort in onze oriëntatie op informatie (ons gedrag met informatie).
En vandaag de dag zien we dat de hoeveelheden informatie – het heeft iets van een understatement – exponentieel zijn toegenomen. Een toenemend aantal mensen zucht nu letterlijk en figuurlijk met de handen in het haar.

Informatiestress en informatie-infarct tekenen zich af als weinig aanlokkelijke vooruitzichten en met onze conditionering tot autonomie en autarkie moet dat uiteindelijk wel uitmonden in een fikse informatie-obesitas. Het gemis aan een gezond menselijk informatisch voedingspatroon wordt manifest en voelbaar: ‘het’ loopt ‘allemaal’ niet meer zo soepel. We missen de vakkundige zorg van de informatie-diëtist die ons ongezonde gedrag-met-informatie corrigeert en tegelijk vruchtbare wegen wijst voor gezonde omgang met adequaat geordende informatie.

Ja, de nood is hoog en de afbraak van de bestaande toestand is al een tijdlang gaande. Het is afbraak die uiteindelijk tot doorbraak leidt. Gelukkig vallen in de chaos die dat onontkoombaar met zich meebrengt alvast de nodige lichtpunten te noteren. Wie ze ziet èn aanpakt, komt als eerste boven in getransformeerde wereld. Hieronder stip ik – kort – een viertal, elkaar aanvullende en belangwekkende lichtpunten en richtingwijzers aan.

In Information Orientation (2001) wijzen Marchand c.s. er met klem op dat er iets wezenlijks ontbreekt. Naast alle geformaliseerde managementaandacht die er is voor enerzijds de IT praktijk en anderzijds de informatiemanagement praktijk, is er ook formele managementaandacht nodig voor de praktijk van menselijk gedrag met informatie met het oog op effectief informatiegebruik. Pas wanneer deze derde ‘informatiecompetentie’ een formele status krijgt en in nauwe verwevenheid met de eerste twee informatiecompetenties (IT praktijk en informatiemanagement praktijk) wordt gemanaged, ontstaat er vruchtbaar ruimte voor substantieel effectiever informatiegebruik uitmondend in sterke verbetering van bedrijfsprestaties. Verbeteringen die tot op heden uitbleven – ondanks het vele kostbare en langdurige werk dat op het vlak van de eerste twee informatiecompetenties is gedaan.
Er is formele managementaandacht nodig voor menselijk gedrag met informatie. In de ‘information age’ zijn succesvolle bedrijven die bedrijven waar IT praktijk, informatiemanagement praktijk en de praktijk van menselijk gedrag met informatie integraal en in goede onderlinge verhouding, samenhang en harmonie gemanaged worden.
Er is aandachtsverbreding nodig zodat het traditionele/bekende en objectief gedachte terrein van IT en informatiemanagement tegelijk ook het diepere menselijke relationele terrein van waarden/gedrag met/door hulpmiddelen (IT) en informatie omvat.

In Door de bomen het bos zien (2007) bepaalt Jan Bommerez ons er (nog eens) bij dat er iets grondig mis is met de manier waarop wij de dingen om ons heen waarnemen (lees ook: voor waar aannemen). Het zijn niet de ‘vaste’ dingen die netzo ‘vaste’ relaties ‘hebben’ – nee, het zijn de dynamische menselijke relaties die de dingen steeds weer (op)nieuw voortbrengen. Newton heeft zijn beste tijd gehad. Informatie iswordt (be-comes) voortdurend in formatie, in vorming, bezig vorm te worden. Het zijn de dynamische menselijke relaties (informatie) die de dingen situationeel, dat wil zeggen in tijd en ruimte, voortbrengen.
Er is een fundamentele aandachtsverschuiving nodig van de object georiënteerde/gedachte wereld naar de relatie georiënteerde wereld. Dat leidt ook tot een geheel andere – een contextuele – ordening van informatie (relaties). Verschillende personen verhouden zich in tijd en ruimte op verschillende manieren tot wat ogenschijnlijk hetzelfde ding is.

In The Biology of Belief (2005) slaat Bruce Lipton zich voor het hoofd als hij tot de conclusie komt: “It’s the environment, stupid”! Lipton onderzocht grondig de mechanismen waarmee (menselijke) cellen informatie ontvangen en verwerken. Hij stelde (o.a.) vast dat het niet onze genen en ons DNA zijn die onze menselijke biologie (be)sturen, maar dat die besturing van buiten de cel komt – uit de celcontext, zeg ook maar. Niet het DNA in de cel heeft het primaat, maar de signalen (relaties, informatie) uit de omgeving: onze gedachten, onze percepties, ons gedrag, ons voedsel enzovoort.
Ook hier is het opnieuw primair de omgeving die (het leven van) de cel maakt, ontwikkelt en weer afbreekt. Ook hier draait het niet primair om het ding (cel) zelf, maar eerst en vooral om de relaties met zijn omgeving.
Newton nam de materie, de dingen als vertrekpunt in zijn drie wetten van de dynamica. De eerste en bekendste: Objecten zijn of in rust of in beweging (in geval van een externe kracht. Lipton, en met hem meer wetenschappers, komen tot de conclusie dat wie op celniveau onderzoek doet vooral dáár niet moet kijken, maar veel eerder in de omstandigheden waarin de cel verkeert en cel iswordt.

In Semiosis & Sign Exchange (2002) komt Pieter Wisse tot de kernachtige uitspraak: “Every sign is a request for compliance”. Met de door Wisse ontwikkelde semiotische enneade wordt duidelijk hoe menselijke communicatie (sign exchange) werkt en uitwerkt en hoe informatietechnologie, informatiemanagement en informatiegedrag in combinatie met management van semantische interoperabiliteit tot nog robuustere en duurzamere resultaten zullen leiden. Elk gegeven teken is een verzoek aan de waarnemer ervan om te voldoen aan de intentie van dat teken – dat wil zeggen er de door de zender bedoelde betekenis aan te hechten om tot het door de zender bedoelde gedrag te kunnen komen.
Het zijn – altijd weer – mensen die tekens (informatie) waarderen, relateren, interpreteren, delen enzovoort. Mensen die op basis van gegeven betekenis tot gedrag komen; menselijk gedrag dat op haar beurt weer tot nieuwe informatie (tekens) leidt. Inderdaad: in innige en eindeloze ‘afwisselwerking’.
Er is een fundamentele aandachtsverschuiving nodig, een heuse paradigmawissel van object-oriëntatie naar relatie-oriëntatie (lees ook: context-oriëntatie). Het zijn de relaties die samen de context uitmaken waarin het object iswordt (steeds weer gesitueerd raakt) en ons mensen, steeds weer, via betekenisgeving tot specifieke, situationele, acties (gedrag) aanzet.

Uit barensnood transformeert een wereld aan verschil!


Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.

Geen opmerkingen: