Meer dan ooit hebben mensen behoefte aan informatie at-their-fingertips: actueel, to the point, betrouwbaar, snel en veilig. Virtualisatie van informatie levert daaraan – hoe paradoxaal dat mogelijk ook klinkt – een belangrijke bijdrage.
Virtualisatie weekt informatie los uit haar directe gebruiksomgeving. Nog altijd geldt een sterke koppeling tussen enerzijds de directe en oorspronkelijke gebruiksomgeving en anderzijds de daarbij passende informatie. Als gevolg daarvan vertoont informatie-uitwisseling met andere gebruiksomgevingen veelal indringende (integratie)problemen die zich manifesteren in ambiguïteit en inconsistentie.
Informatie-virtualisatie ontkoppelt en creëert op die manier voldoende ruimte en mogelijkheden voor semantische interoperabiliteit; voor heldere en betekenisvolle uitwisseling van informatie tussen verschillende gebruiksomgevingen.
Naast ontkoppeling houdt informatie-virtualisatie tegelijkertijd ook een fijnmaziger ordening van informatie in. Losgeweekte informatie wordt daardoor heel algemeen bruikbaar voor specifieke toepassing in legio (!) gebruiksomgevingen; elk met haar eigen belangen en gebruiksdoelen.
Uit de fijnmaziger ordening ontstaan elementaire informatieverzamelingen met behulp waarvan voor elke specifieke gebruiksomgeving de van moment tot moment relevante informatierelaties trefzeker kunnen worden gelegd.
Losgeweekte en tot elementaire informatieverzamelingen geordende informatie wordt vervolgens weer ‘teruggegeven’ voor toepassing in de verschillende gebruiksomgevingen. En tot ieders verrassing blijkt een dergelijk informatiestelsel een enorm gevarieerde verzameling gebruiksomgevingen bijzonder soepel te kunnen bedienen.
De gevolgen? Een veelheid aan gebruiksomgevingen die stuk voor stuk, elk op geheel eigen wijze gevoed worden met to the point informatiecombinaties afkomstig uit steeds dezelfde, enkelvoudig gehouden elementaire informatieverzamelingen.
Op die manier levert informatie-virtualisatie een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van enkelvoudige informatie-infrastructuur voor betekenisvolle informatievoorziening ten behoeve van een veelheid aan gevarieerde gebruiksomgevingen.
En zo levert informatie-virtualisatie ook belangwekkende mogelijkheden voor eenduidig hergebruik van informatie, van betékenis dus (!), door heel gevarieerde deelnemers aan informatieverkeer.
Informatie-virtualisatie is een belangwekkende ontwikkeling die langzaam maar zeker op gang begint te komen. Daarbij gaat de aandacht vooral uit naar een robuuste informatie-infrastructuur waarvan door velen in vol vertrouwen gebruikt wordt gemaakt.
De beschikbare oplossing; Knitbits – met Metapattern als modelleermethode (ten behoeve van fijnmaziger ordening van informatie), vult momenteel als enige een enorm gat in de markt en schreeuwt om verdere ontwikkelingen en gezonde concurrentie. Knitbits in combinatie met Metapattern laat alvast heel duidelijk zien in welke richting informatievoorziening zich de komende jaren zal gaan ontwikkelen.
Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
donderdag 19 maart 2009
woensdag 11 maart 2009
Puur theoretisch - natuurlijk
Stel nu eens, puur theoretisch natuurlijk, dat je informatie zo zou kunnen ordenen dat informatie veel onafhankelijker zou worden van de specifieke situatie die om informatie vraagt.
De manier waarop we nu met informatie omspringen is eigenlijk zo heel situationeel. Er is die bepaalde problematische situatie waarvoor een oplossing moet worden gevonden. En één van de veelal dominante aspecten daarbij is tegenwoordig ICT. Dat wordt (dus) al snel een heus project met opdrachtgever, budget, uitvoerder enzovoort. Het resultaat? Een door en door situationele oplossing.
En situationele oplossingen gaan vandaag de dag niet lang meer mee. Onder ‘druk’ van hedendaagse dynamiek, informatiemaatschappij – zeg ook maar, veranderen situaties nu eenmaal snel. En daarmee vervliegt tegelijk ook de bruikbaarheid van de doorgaans zo moeizaam verkregen situationele oplossing. Opdrachtgevers zien dat met lede ogen aan en begrijpen daar helemaal niets van. Zij krijgen ‘er’ maar geen grip op. Heel irritant!
En daarom: Stel nu eens, nog steeds theoretisch, dat je informatie zo zou kunnen ordenen dat informatie veel onafhankelijker zou worden van de specifieke situatie die om informatie vraagt. Wat voor gevolgen zou dat hebben voor de (gebruikers van) applicaties die op een dergelijke vaste informatie-ondergrond zijn gebouwd?
Die nieuw geordende informatie is uitermate geschikt voor hergebruik en heet ook wel infrastructurele informatie. De structuur waarin die informatie zich op haar plaats weet, noemen we dan ook informatie-infrastructuur. Het gaat om duurzame informatie die is gestructureerd tot gebruik in een veelheid aan onvoorziene situaties.
Informatie in die informatie-infrastructuur komt enkelvoudig voor. Dat scheelt alvast legio duplicaten. Dat werkt enorm positief uit op de kwaliteit van informatie. De direct ‘bovenop’ die infrastructurele informatie gebouwde applicaties zijn eveneens infrastructureel van aard. Dergelijke applicaties vormen de basis voor een uniforme omgangswijze met infrastructurele informatie. Zo’n informatiestelsel elimineert natuurlijk ook informatie-inconsistentie die we inmiddels kunnen missen als kiespijn.
Met zo’n stelsel in place daalt de time-to-market van ICT-projecten fors: het infrastructurele deel van de tot nu toe volledig situationeel opgevatte projecten hoeft immers nog slechts eenmalig te worden gebouwd. En elk volgend project bouwt voortvarend verder op nieuw aangelegde en duurzame informatie-infrastructuur.
Stel nu eens, gewoon heel praktisch, dat je informatie zo zou kunnen ordenen dat informatie veel onafhankelijker zou worden van de specifieke situatie die om informatie vraagt. Kan dat? Ja, dat kan!
Maar alleen als je dat zelf wilt. Zolang je er genoegen mee neemt… Zolang je blijft volhouden dat ‘het’ zonder informatie-infrastructurele opvatting ook nog wel gaat… Zolang kan het (voor jou) niet – en is het ondenkbaar.
Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved
De manier waarop we nu met informatie omspringen is eigenlijk zo heel situationeel. Er is die bepaalde problematische situatie waarvoor een oplossing moet worden gevonden. En één van de veelal dominante aspecten daarbij is tegenwoordig ICT. Dat wordt (dus) al snel een heus project met opdrachtgever, budget, uitvoerder enzovoort. Het resultaat? Een door en door situationele oplossing.
En situationele oplossingen gaan vandaag de dag niet lang meer mee. Onder ‘druk’ van hedendaagse dynamiek, informatiemaatschappij – zeg ook maar, veranderen situaties nu eenmaal snel. En daarmee vervliegt tegelijk ook de bruikbaarheid van de doorgaans zo moeizaam verkregen situationele oplossing. Opdrachtgevers zien dat met lede ogen aan en begrijpen daar helemaal niets van. Zij krijgen ‘er’ maar geen grip op. Heel irritant!
En daarom: Stel nu eens, nog steeds theoretisch, dat je informatie zo zou kunnen ordenen dat informatie veel onafhankelijker zou worden van de specifieke situatie die om informatie vraagt. Wat voor gevolgen zou dat hebben voor de (gebruikers van) applicaties die op een dergelijke vaste informatie-ondergrond zijn gebouwd?
Die nieuw geordende informatie is uitermate geschikt voor hergebruik en heet ook wel infrastructurele informatie. De structuur waarin die informatie zich op haar plaats weet, noemen we dan ook informatie-infrastructuur. Het gaat om duurzame informatie die is gestructureerd tot gebruik in een veelheid aan onvoorziene situaties.
Informatie in die informatie-infrastructuur komt enkelvoudig voor. Dat scheelt alvast legio duplicaten. Dat werkt enorm positief uit op de kwaliteit van informatie. De direct ‘bovenop’ die infrastructurele informatie gebouwde applicaties zijn eveneens infrastructureel van aard. Dergelijke applicaties vormen de basis voor een uniforme omgangswijze met infrastructurele informatie. Zo’n informatiestelsel elimineert natuurlijk ook informatie-inconsistentie die we inmiddels kunnen missen als kiespijn.
Met zo’n stelsel in place daalt de time-to-market van ICT-projecten fors: het infrastructurele deel van de tot nu toe volledig situationeel opgevatte projecten hoeft immers nog slechts eenmalig te worden gebouwd. En elk volgend project bouwt voortvarend verder op nieuw aangelegde en duurzame informatie-infrastructuur.
Stel nu eens, gewoon heel praktisch, dat je informatie zo zou kunnen ordenen dat informatie veel onafhankelijker zou worden van de specifieke situatie die om informatie vraagt. Kan dat? Ja, dat kan!
Maar alleen als je dat zelf wilt. Zolang je er genoegen mee neemt… Zolang je blijft volhouden dat ‘het’ zonder informatie-infrastructurele opvatting ook nog wel gaat… Zolang kan het (voor jou) niet – en is het ondenkbaar.
Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved
dinsdag 3 maart 2009
Rethinking Information
Laten we het idee “informatie” eens opnieuw uitdenken. Hoe ziet informatie er dan uit? Wat doet informatie met ons? En hoe gaan wij met informatie om?
Veel van onze zakelijke en maatschappelijke contacten zijn niet denkbaar zonder brede inzet van digitale technologie. In de afgelopen decennia drong digitale technologie door tot in de verste uithoeken van heel ons dagelijks bestaan. Zowel bedrijf als maatschappij veranderden daardoor in kwalitatieve zin tot heuse informatiemaatschappij. We leerden leven met nieuwe dynamiek en met sterk vergrote beweeglijkheid en veranderlijkheid die deze nieuwe orde met zich meebracht.
Vraag is nu of die kwalitatieve veranderingen die leidden tot informatiemaatschappij, zich ook vertaalden in een andere denk- en werkwijze van opdrachtgevers en ontwerpers van (geautomatiseerde) systemen voor informatievoorziening. Hoe veranderde hun kijk op de positie die informatie inmiddels inneemt in bedrijf en maatschappij? Hoe ordenen zij tegenwoordig informatie om soepel en snel tegemoet te komen aan de zo dynamische en veranderlijke informatiebehoeften van moderne mensen die volop participeren in informatiemaatschappij?
De antwoorden op voorgaande vragen stellen (nog) teleur. De hele organisatie van, zeg, initiatie tot en met totstandkoming van (geautomatiseerde) systemen voor informatievoorziening wordt, ondanks toenemende roep om integratie, nog altijd sterk gedomineerd door een achterhaald en isolationistisch adagium: “voor elk probleem een apart systeem”. Dat adagium, dat, nota bene, stamt uit de beginperiode van digitale technologie, werkt inmiddels nodeloos blokkerend voor verdere ontwikkeling van informatiemaatschappij. Waarom? Omdat het zo verlammend uitwerkt op ontwikkeling van infrastructuur voor modern informatieverkeer.
Ook de eenzijdige aandacht – is het wellicht fascinatie? – voor technologie blijft onverminderd aanhouden. Over elkaar heen buitelende technologische ontwikkelingen weten keer op keer de aandacht – van zowel opdrachtgevers als ICT-ers – af te leiden van het eigenlijke doel van digitale technologie. Doel? Ja, het nut, de toegevoegde waarde van digitale hulpmiddelen voor moderne mensen die volop participeren in informatiemaatschappij!
In informatiemaatschappij staat interoperabiliteit tussen burgers, bedrijven en overheden centaal. Punt. Moderne mensen wensen zich in alle mogelijke verbanden helder en duidelijk met elkaar te kunnen verstaan. Anytime en anywhere. Ook – nee, juist – als zij elkaar niet persoonlijk kennen en elkaar wellicht nooit zullen ontmoeten. Zonder betekenisvolle communicatie, zonder interoperabiliteit-van-mens-tot-mens, kunnen mensen over en weer onvoldoende voor elkaar betekenen. En dan stagneert verdere ontwikkeling van (informatie)maatschappij.
In dat kader wordt digitale technologie door menselijke gebruikers in toenemende mate bestempeld als een regelrechte dissatisfier. Vergelijk het met nutsvoorzieningen: ook die worden alleen – en ook direct in ergerlijke zin – ‘zichtbaar’ als ze… níet werken. Digitale technologie is niets meer – en niets minder (dat ook!) dan een nutsvoorziening ten behoeve van soepele en snelle ondersteuning van menselijke interoperabiliteit in een zich verder ontwikkelende informatiemaatschappij.
En het is juist op het vlak van de menselijke interoperabiliteit dat informatie opnieuw dient te worden uitgedacht.
Voordat digitale technologie haar intrede deed, was interoperabiliteit vergaand synoniem met menselijke interoperabiliteit. Met de opkomst van de zo dominante digitale technologie, verschoof de oorspronkelijke begripsinhoud van interoperabiliteit heel onopgemerkt van menselijk naar digitaal.
Dat deze verschuiving tegelijk ook een forse verarming zou gaan betekenen, besefte toen nog niemand. En vandaag? Vandaag is het nog steeds zo dat vrijwel niemand inziet dat er een belangwekkend kwalitatief verschil bestaat tussen digitale (lees ook: technische) interoperabiliteit en menselijke interoperabiliteit.
Door haar dominantie voorzag digitale technologie informatie als het ware van een tweede gezicht. Het oude en vertrouwde menselijke gezicht – informatie als individueel menselijke toekenning van betekenis – kreeg er een overheersend en overschaduwend tweede gezicht bij. Een digitaal gezicht: informatie als vooraf vast te stellen universele betekenis.
Uit de sociale psychologie weten we al geruime tijd dat het gedrag van mensen niet zozeer wordt gestuurd door informatie zonder meer, maar door de betekenis die individuele mensen persoonlijk aan die informatie toekennen. De betekenis die mensen aan informatie toekennen ligt daarbij niet a priori vast, maar is volstrekt afhankelijk van hun individuele motieven op een bepaald moment in combinatie met de precieze situatie waarin zij die informatie waarnemen.
En hier ligt de basis voor het opnieuw uitdenken van het idee informatie. Menselijke interoperabiliteit operationaliseert de uit de sociale psychologie afkomstige kennis. Niet alleen de informatie-waar-het-om-gaat is van belang, maar daaraan dient, afhankelijk van de specifieke situatie, ook steeds de juiste contextuele informatie te worden toegevoegd. Waarom? Om mensen in staat te stellen de bedoelde betekenis toe te kennen!
Nee, informatie staat nooit op zichzelf. Er is altijd extra informatie – lees ook: contextuele informatie – nodig om tot toekenning van bedoelde betekenis te kunnen komen. Informatie ontvangt haar betekenis altijd van een mens. Een mens die betekenis gemotiveerd en situationeel toekent. Altijd.
Wie vanuit digitaal gezichtspunt naar informatie kijkt en erover denkt, organiseert en structureert informatie primair vanuit vooraf vastgestelde betekenis – statisch dus. Volgens menselijk gezichtspunt vloeit betekenis dynamisch voort uit de situationeel relevante contextuele structuur van de informatie.
Precies andersom dus!
Om die twee gezichtspunten naadloos op elkaar aan te kunnen sluiten, is het van groot belang scherp oog te krijgen voor werkelijk robuuste organisatie en structuur van informatie. Alleen informatie die voldoende fijnmazig gedifferentieerd raakt over onderling gerelateerde informatieknooppunten – ja, klopt, dat is contextuele informatiestructuur – kan in concrete situaties moeiteloos geïntegreerd raken tot bedoelde betekenis.
Ja, dat is wel even wennen: informatie is niet langer iets dat er is, maar wordt van situatie tot situatie en keer op keer uit relevante informatieknooppunten, uit informatiestructuur, nauwkeurig ‘geproduceerd’ tot bedoelde en actuele betekenis voor de persoon die er om vraagt. Just In Time (JIT).
Een zorgvuldig gekozen informatiestructuur heet ook wel informatie-infrastructuur en werkt als enkelvoudige informatievoorziening voor een scala aan (rechts)personen in legio situaties.
Wie informatie op deze manier opnieuw uitdenkt, ziet dat informatie in informatie-infrastructuur nog slechts enkelvoudig voorkomt en universeel toepasbaar is. Dat is precies de kracht van een infrastructurele voorziening! En met de huidige stand van technologie, grenzeloze inter(net)connectiviteit, is het kopiëren van informatie-tot-een-eigen-kopie ook volstrekt overbodig geworden.
Moderne mensen die zich in alle mogelijke verbanden helder en duidelijk met elkaar wensen te verstaan, vertrouwen op informatie-infrastructuur – precies zoals ze op verkeersinfrastructuur vertrouwen – en hechten geen waarde meer aan eigen, geïsoleerde en achterlopende informatiekopieën.
Door informatie op een robuuste en duurzame manier te contextualiseren, dat wil zeggen te ordenen tot informatie-infrastructuur, kan op een Just In Time manier precies de juiste betekenis voor precies de goede persoon op precies het goede moment actueel worden geproduceerd. Moeiteloos.
Kent u een andere manier om soepel, snel en betrouwbaar tegemoet te komen aan de zo dynamische en veranderlijke informatiebehoeften van moderne mensen die volop participeren in informatiemaatschappij?
Informatie wordt nog steeds gezien als het ‘goed’ bij uitstek waarmee belangrijk concurrentievoordeel te behalen valt. Maar wie informatie opnieuw uitdenkt, realiseert zich opeens dat concurrentievoordeel eerst en vooral gezocht moet worden in de contextualisering ervan! Een eyeopener? Wie nog wat verder dóórdenkt, vindt nog meer voordelen.
Trouwens, wist u dat zowel modelleermethode (metapattern) als ook operationeel platform (knitbits) voor ontwikkeling en implementatie van informatie-infrastructuur al geruime tijd voor handen zijn en geduldig op uw toepassing wachten?
Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved
Veel van onze zakelijke en maatschappelijke contacten zijn niet denkbaar zonder brede inzet van digitale technologie. In de afgelopen decennia drong digitale technologie door tot in de verste uithoeken van heel ons dagelijks bestaan. Zowel bedrijf als maatschappij veranderden daardoor in kwalitatieve zin tot heuse informatiemaatschappij. We leerden leven met nieuwe dynamiek en met sterk vergrote beweeglijkheid en veranderlijkheid die deze nieuwe orde met zich meebracht.
Vraag is nu of die kwalitatieve veranderingen die leidden tot informatiemaatschappij, zich ook vertaalden in een andere denk- en werkwijze van opdrachtgevers en ontwerpers van (geautomatiseerde) systemen voor informatievoorziening. Hoe veranderde hun kijk op de positie die informatie inmiddels inneemt in bedrijf en maatschappij? Hoe ordenen zij tegenwoordig informatie om soepel en snel tegemoet te komen aan de zo dynamische en veranderlijke informatiebehoeften van moderne mensen die volop participeren in informatiemaatschappij?
De antwoorden op voorgaande vragen stellen (nog) teleur. De hele organisatie van, zeg, initiatie tot en met totstandkoming van (geautomatiseerde) systemen voor informatievoorziening wordt, ondanks toenemende roep om integratie, nog altijd sterk gedomineerd door een achterhaald en isolationistisch adagium: “voor elk probleem een apart systeem”. Dat adagium, dat, nota bene, stamt uit de beginperiode van digitale technologie, werkt inmiddels nodeloos blokkerend voor verdere ontwikkeling van informatiemaatschappij. Waarom? Omdat het zo verlammend uitwerkt op ontwikkeling van infrastructuur voor modern informatieverkeer.
Ook de eenzijdige aandacht – is het wellicht fascinatie? – voor technologie blijft onverminderd aanhouden. Over elkaar heen buitelende technologische ontwikkelingen weten keer op keer de aandacht – van zowel opdrachtgevers als ICT-ers – af te leiden van het eigenlijke doel van digitale technologie. Doel? Ja, het nut, de toegevoegde waarde van digitale hulpmiddelen voor moderne mensen die volop participeren in informatiemaatschappij!
In informatiemaatschappij staat interoperabiliteit tussen burgers, bedrijven en overheden centaal. Punt. Moderne mensen wensen zich in alle mogelijke verbanden helder en duidelijk met elkaar te kunnen verstaan. Anytime en anywhere. Ook – nee, juist – als zij elkaar niet persoonlijk kennen en elkaar wellicht nooit zullen ontmoeten. Zonder betekenisvolle communicatie, zonder interoperabiliteit-van-mens-tot-mens, kunnen mensen over en weer onvoldoende voor elkaar betekenen. En dan stagneert verdere ontwikkeling van (informatie)maatschappij.
In dat kader wordt digitale technologie door menselijke gebruikers in toenemende mate bestempeld als een regelrechte dissatisfier. Vergelijk het met nutsvoorzieningen: ook die worden alleen – en ook direct in ergerlijke zin – ‘zichtbaar’ als ze… níet werken. Digitale technologie is niets meer – en niets minder (dat ook!) dan een nutsvoorziening ten behoeve van soepele en snelle ondersteuning van menselijke interoperabiliteit in een zich verder ontwikkelende informatiemaatschappij.
En het is juist op het vlak van de menselijke interoperabiliteit dat informatie opnieuw dient te worden uitgedacht.
Voordat digitale technologie haar intrede deed, was interoperabiliteit vergaand synoniem met menselijke interoperabiliteit. Met de opkomst van de zo dominante digitale technologie, verschoof de oorspronkelijke begripsinhoud van interoperabiliteit heel onopgemerkt van menselijk naar digitaal.
Dat deze verschuiving tegelijk ook een forse verarming zou gaan betekenen, besefte toen nog niemand. En vandaag? Vandaag is het nog steeds zo dat vrijwel niemand inziet dat er een belangwekkend kwalitatief verschil bestaat tussen digitale (lees ook: technische) interoperabiliteit en menselijke interoperabiliteit.
Door haar dominantie voorzag digitale technologie informatie als het ware van een tweede gezicht. Het oude en vertrouwde menselijke gezicht – informatie als individueel menselijke toekenning van betekenis – kreeg er een overheersend en overschaduwend tweede gezicht bij. Een digitaal gezicht: informatie als vooraf vast te stellen universele betekenis.
Uit de sociale psychologie weten we al geruime tijd dat het gedrag van mensen niet zozeer wordt gestuurd door informatie zonder meer, maar door de betekenis die individuele mensen persoonlijk aan die informatie toekennen. De betekenis die mensen aan informatie toekennen ligt daarbij niet a priori vast, maar is volstrekt afhankelijk van hun individuele motieven op een bepaald moment in combinatie met de precieze situatie waarin zij die informatie waarnemen.
En hier ligt de basis voor het opnieuw uitdenken van het idee informatie. Menselijke interoperabiliteit operationaliseert de uit de sociale psychologie afkomstige kennis. Niet alleen de informatie-waar-het-om-gaat is van belang, maar daaraan dient, afhankelijk van de specifieke situatie, ook steeds de juiste contextuele informatie te worden toegevoegd. Waarom? Om mensen in staat te stellen de bedoelde betekenis toe te kennen!
Nee, informatie staat nooit op zichzelf. Er is altijd extra informatie – lees ook: contextuele informatie – nodig om tot toekenning van bedoelde betekenis te kunnen komen. Informatie ontvangt haar betekenis altijd van een mens. Een mens die betekenis gemotiveerd en situationeel toekent. Altijd.
Wie vanuit digitaal gezichtspunt naar informatie kijkt en erover denkt, organiseert en structureert informatie primair vanuit vooraf vastgestelde betekenis – statisch dus. Volgens menselijk gezichtspunt vloeit betekenis dynamisch voort uit de situationeel relevante contextuele structuur van de informatie.
Precies andersom dus!
Om die twee gezichtspunten naadloos op elkaar aan te kunnen sluiten, is het van groot belang scherp oog te krijgen voor werkelijk robuuste organisatie en structuur van informatie. Alleen informatie die voldoende fijnmazig gedifferentieerd raakt over onderling gerelateerde informatieknooppunten – ja, klopt, dat is contextuele informatiestructuur – kan in concrete situaties moeiteloos geïntegreerd raken tot bedoelde betekenis.
Ja, dat is wel even wennen: informatie is niet langer iets dat er is, maar wordt van situatie tot situatie en keer op keer uit relevante informatieknooppunten, uit informatiestructuur, nauwkeurig ‘geproduceerd’ tot bedoelde en actuele betekenis voor de persoon die er om vraagt. Just In Time (JIT).
Een zorgvuldig gekozen informatiestructuur heet ook wel informatie-infrastructuur en werkt als enkelvoudige informatievoorziening voor een scala aan (rechts)personen in legio situaties.
Wie informatie op deze manier opnieuw uitdenkt, ziet dat informatie in informatie-infrastructuur nog slechts enkelvoudig voorkomt en universeel toepasbaar is. Dat is precies de kracht van een infrastructurele voorziening! En met de huidige stand van technologie, grenzeloze inter(net)connectiviteit, is het kopiëren van informatie-tot-een-eigen-kopie ook volstrekt overbodig geworden.
Moderne mensen die zich in alle mogelijke verbanden helder en duidelijk met elkaar wensen te verstaan, vertrouwen op informatie-infrastructuur – precies zoals ze op verkeersinfrastructuur vertrouwen – en hechten geen waarde meer aan eigen, geïsoleerde en achterlopende informatiekopieën.
Door informatie op een robuuste en duurzame manier te contextualiseren, dat wil zeggen te ordenen tot informatie-infrastructuur, kan op een Just In Time manier precies de juiste betekenis voor precies de goede persoon op precies het goede moment actueel worden geproduceerd. Moeiteloos.
Kent u een andere manier om soepel, snel en betrouwbaar tegemoet te komen aan de zo dynamische en veranderlijke informatiebehoeften van moderne mensen die volop participeren in informatiemaatschappij?
Informatie wordt nog steeds gezien als het ‘goed’ bij uitstek waarmee belangrijk concurrentievoordeel te behalen valt. Maar wie informatie opnieuw uitdenkt, realiseert zich opeens dat concurrentievoordeel eerst en vooral gezocht moet worden in de contextualisering ervan! Een eyeopener? Wie nog wat verder dóórdenkt, vindt nog meer voordelen.
Trouwens, wist u dat zowel modelleermethode (metapattern) als ook operationeel platform (knitbits) voor ontwikkeling en implementatie van informatie-infrastructuur al geruime tijd voor handen zijn en geduldig op uw toepassing wachten?
Copyright (c) 2009 Emovere/Jan van Til - All rights reserved
Abonneren op:
Posts (Atom)