We leven in een buitengewoon interessante tijd! In “times of drastic change”, om het met de woorden van Eric Hoffer te zeggen. Zo’n beetje alles is tegelijk in beweging; vrijwel niets blijft lang hetzelfde. De waarde, de betekenis van de dingen om ons heen – die verandert waar we bij staan. En in zo’n wereld; een leefwereld waarin oude en vertrouwde stabiliteit en vastigheid (traditie) in hoog tempo met de ene nieuwigheid na de andere overspoeld wordt (mode), raakt uiteindelijk alles op drift en mensen in de war.
Volgens de theorie van Open Systemen (Ilya Prigogine) zijn er in de slotfase van een dergelijke leefwereld twee mogelijkheden. Ofwel het systeem stort in en gaat te gronde, ofwel het ontwikkelt zich tot een nieuwe, hogere vorm. Een kwalitatief andere en ook rijkere vorm met een nieuwe basis (traditie) waarop volgende vernieuwingen (mode) weer lange tijd vruchtbaar floreren. Enzovoort, enzovoort.
In Organisatietektoniek ontwikkelt organisatie zich als open systeem tot nieuwe en hogere vorm. En het spreekt voor zich dat informatie – die altijd een adequate afspiegeling dient te zijn van organisatie – in die ontwikkeling méé moet. Ook informatie dient zich tot een nieuwe en hogere vorm te ontwikkelen! Een vorm die soepel aansluit op flexibele(r) structuren en dynamiek van nieuwe organisatie. Want nieuwe organisatie kan (per definitie) niet uit de voeten met oude informatievorm.
De vlinder die zich uit de rups ontwikkelde, krijgt zijn informatiebehoeften domweg niet ingevuld met de informatievorm die voor de rups zowel vanzelfsprekend als ook toereikend was. De vlinder leeft nu eenmaal in ruimere en rijkere wereld en dat vereist – volgens de wet van de vereiste variëteit (William Ashby) – een daarbij passende informatievorm.
Vraag is nu wat de informatiekundige implicaties zijn van de in Organisatietektoniek geschetste transformatie. Mensen raken steeds nadrukkelijker geconfronteerd met externe dynamiek – met een buitenwereld die zich voortdurend en schijnbaar moeiteloos manifesteert als een beweeglijke veelheid aan doorlopend op elkaar inwerkende gebeurtenissen. Hoe zit het dan met de informatie waarmee we de gebeurtenissen in dynamische bedrijvigheid van open organisatie representeren? Een belangrijke vraag!
Zijn onze informatiesystemen vanuit een externe, een open oriëntatie opgezet? Zijn ze berekend op nieuwe dynamische kernen en op variërende en loosely coupled structuren – zo eigen aan open organisatie? Hoe effectief zijn onze informatiesystemen voor medewerkers en management van open organisatie?
Passende informatievoorziening vraagt om een oriëntatie op informatie die recht doet aan hedendaagse dynamiek en onvoorspelbaarheid van reële informatiebehoeften van gevarieerde en variërende interne en externe partijen. Zo’n oriëntatie omvat dan ook een stelselmatige (her)ordening van informatie waarbij zowel verschillen als overeenkomsten in betekenis van informatie voor alle partijen in informatieverkeer altijd helder vast staan. Punt. Dàt vormt in hoofdzaak de nieuwe basis waarop iedere partij (in informatieverkeer) haar individuele activiteiten soepel integreert met een keur aan (wisselende) interne en externe samenwerkingsverbanden.
Door stelselmatige (her)ordening van informatie tot eenduidige betekenis voor alle betrokken partijen, transformeren informatiesystemen van gesloten naar open systemen. Open informatiesystemen die bedrijvigheid van open organisatie soepel faciliteren.
Copyright (c) 2010 Emovere/Jan van Til - All rights reserved.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten